Hieronder volgen de belangrijkste aandoeningen of complicaties waaraan een hartstilstand kan worden toegeschreven:
Verwondingen, vergiftiging en bepaalde andere gevolgen van externe oorzaken (S00-T98).
- Trauma (letsel)
- Na de val (29% van de verwondingen): hoofd- en nekletsel (88%; intracraniële bloeding, ernstige neusbloedingen, fracturen van nekwervels en fracturen van de aangezichtsschedel); extremiteitsfracturen (12%)
- Door reanimatie (71% van alle verwondingen): verwondingen van de thorax (89%; pneumothorax, hematothorax en gecompliceerde fracturen van het skelet; hemopericardium, pneumomediastinum en longletsels)
- Aanzienlijke verwondingen hadden 91 patiënten (7%), 36% van het trauma was levensbedreigend, 64% had behandeling nodig
- 26% van de gewonde patiënten kon de IC levend verlaten en was in goede neurologische toestand
- Vooral ouderen en vrouwen lopen risico: in vergelijking met niet-gewonde patiënten na hartstilstand, de gewonden waren ouder (68 vs. 62 jaar) en vaker vrouwelijk (46% vs. 31%)
In het geval van een geslaagde cardiopulmonale reanimatie:
- Hervatting van een hartstilstand
- Binnen vijf jaar kreeg 6.0% opnieuw een hartstilstand buiten een ziekenhuis, 92% stierf eraan
- Leeftijd bij tweede hartstilstand gemiddeld 69 jaar
- 73% waren mannen
- Na tien jaar was gemiddeld 29% van de overlevenden overleden
- Meest voorkomende doodsoorzaken na een eerste gebeurtenis, vooral bij patiënten met suikerziekte (2 keer vaker voor) en hart- falen (2.4 keer vaker voor) en nierfalen (3 keer vaker voor)
