Clindamycine: effecten, gebruik, bijwerkingen

Hoe clindamycine werkt

Clindamycine remt het vermogen van bacteriën om eiwitten te produceren. Omdat eiwitten echter uiterst belangrijk zijn voor de opbouw van bacteriële cellen, voorkomt het antibioticum dat de bacteriën groeien en zich vermenigvuldigen.

Clindamycine werkt goed tegen stafylokokken (grampositieve bacteriën) en anaëroben (ziektekiemen die groeien in zuurstofvrije omgevingen).

Absorptie, afbraak en uitscheiding

Clindamycine wordt na orale toediening goed in het lichaam opgenomen via het maagdarmkanaal. Toediening in een veneus bloedvat of skeletspier via een injectiespuit en canule is ook mogelijk.

Het grootste deel van het geneesmiddel wordt door de lever gemetaboliseerd en vervolgens via de ontlasting uitgescheiden. Een kleine hoeveelheid verlaat het lichaam in onveranderde vorm via de urine.

Clindamycine kan ook uitwendig worden gebruikt. In de vorm van een vaginale crème of gel remt het antibioticum de bacteriegroei op de plaats van toediening.

Omdat clindamycine gemakkelijk door weefsel wordt geabsorbeerd en zich onder andere ophoopt in botweefsel, wordt het gebruikt voor infecties van de botten en gewrichten (bijvoorbeeld osteomyelitis, septische artritis) en infecties van de tand- en kaakregio.

Andere toepassingsgebieden (indicaties) van het antibioticum zijn:

  • Infecties van het oor, de neus en de keel (bijv. acute otitis media, sinusitis, tonsillitis en faryngitis)
  • Infecties van het bekken- en buikgebied en de vrouwelijke geslachtsorganen (bijv. vaginitis, bacteriële vaginose)
  • Infecties van de zachte weefsels

Hoe clindamycine wordt gebruikt

Intern gebruik

Om dit te doen, wordt koud, eerder gekookt water toegevoegd tot onder de markering op de fles. De fles wordt gesloten en zorgvuldig geschud totdat de korrels volledig zijn opgelost. Zodra het schuim volledig is neergedaald, weer precies tot aan de markering bijvullen. De nu gebruiksklare suspensie dient voor ieder gebruik goed geschud te worden en mag niet boven de 25 graden bewaard worden.

De dagelijkse dosis is afhankelijk van het type en de ernst van de infectie. Over het algemeen ligt het tussen de 0.6 en 1.8 gram clindamycine – verdeeld over drie tot vier doses. De duur van de toepassing is mede afhankelijk van het type infectie en het verloop van de ziekte en wordt daarom bepaald door de arts.

Extern gebruik

Een clindamycine-vaginale crème wordt met een applicator op de vagina aangebracht. De behandeling moet worden uitgevoerd voordat u naar bed gaat en mag niet tijdens de menstruatie worden gestart.

Wat zijn de bijwerkingen van clindamycine?

Clindamycine kan diarree veroorzaken, vooral bij orale inname. Dit komt omdat het antibioticum de proliferatie van een bepaalde bacterie in de darm bevordert, die een gif produceert dat het darmslijmvlies beschadigt.

Bij sommige patiënten kan dit colitis veroorzaken, die gepaard gaat met koorts, ernstige diarree met bloedmengsels, buikkrampen en misselijkheid. Als diarree optreedt, moet het antibioticum daarom uit voorzorg worden stopgezet en moet een arts worden geraadpleegd.

Bij meer dan één procent van de patiënten treedt bij gebruik van clindamycine een lichte, voorbijgaande verhoging van bepaalde leverenzymen (serumtransaminasen) op. Na toediening via een veneus bloedvat kunnen pijn en flebitis optreden, met daaropvolgende vorming van bloedstolsels (tromboflebitis).

Waar moet rekening mee worden gehouden bij het gebruik van clindamycine?

Contra-indicaties

Clindamycine mag niet worden gebruikt bij overgevoeligheid voor clindamycine of lincomycine.

Bij patiënten met een verminderde leverfunctie, stoornissen in de signaaloverdracht van zenuwen naar spieren (bijv. myasthenia gravis, de ziekte van Parkinson) en met een voorgeschiedenis van gastro-intestinale stoornissen (bijv. ontsteking van de dikke darm), is bijzondere voorzichtigheid geboden bij gebruik van het antibioticum.

Interacties

Het antibioticum kan de werkzaamheid van de anticonceptiepil verminderen. Daarom moet tijdens de behandeling uit voorzorg aanvullende mechanische anticonceptie worden gebruikt (bijvoorbeeld met condooms).

Gelijktijdig gebruik van clindamycine en macrolide-antibiotica (zoals erytromycine, claritromycine, azitromycine of roxitromycine) wordt niet aanbevolen, omdat beide werkzame stoffen op dezelfde manier werken en elkaars effect dus verzwakken.

Clindamycine kan de werking van spierverslappers (geneesmiddelen die tijdelijke ontspanning van de skeletspieren veroorzaken) versterken, omdat het antibioticum ook een spierontspannend effect heeft. Daarom wordt, indien nodig, de dosering van spierverslappers door de arts dienovereenkomstig aangepast.

Clindamycine wordt afgebroken via het CYP3A4-enzym. Andere geneesmiddelen die de activiteit van het CYP3A4-enzym sterk stimuleren (waaronder rifampicine, fenytoïne, fenobarbital en sommige hiv-medicijnen) kunnen dus de werkzaamheid van clindamycine beperken.

Zwangerschap en borstvoeding

Clindamycine is een reserve-antibioticum tijdens de zwangerschap. Het mag alleen worden gebruikt als geschiktere alternatieven geen optie zijn.

Andere antibiotica zoals penicillines, cefalosporines en macroliden verdienen indien mogelijk ook de voorkeur tijdens de borstvoeding. Als clindamycine echter dringend geïndiceerd is, mogen patiënten doorgaan met het geven van borstvoeding.

Preparaten die clindamycine bevatten, zijn in Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland op recept verkrijgbaar en zijn alleen op recept verkrijgbaar bij de apotheek.

Hoe lang is clindamycine bekend?

Clindamycine is chemisch nauw verwant aan lincomycine, dat wordt geproduceerd door bepaalde bacteriën (Streptomyces lincolnensis) en werd ontdekt in de jaren vijftig. De ontdekking werd gedaan in bodemculturen nabij de stad Lincoln, Nebraska (vandaar de naam lincomycine).

Clindamycine wordt door een chemische reactie uit lincomycine verkregen. In vergelijking met laatstgenoemde is het krachtiger en wordt het beter door het lichaam opgenomen. Clindamycine is sinds 1968 op de markt.

Wat u ook moet weten over clindamycine

Omdat clindamycine de natuurlijke bacteriële kolonisatie van de darm verandert, kan diarree optreden. Als preventieve maatregel kunnen ook preparaten worden ingenomen die speciale medicinale gist bevatten (bijvoorbeeld Saccharomyces cerevisiae).