Cervicaal syndroom en duizeligheid

Patiënten met een cervicaal wervelsyndroom hebben naast andere symptomen vaak een zogenaamde "cervicogene" duizeligheid. Ze rapporteren meestal geen draaierige duizeligheid, maar beschrijven een wuivende duizeligheid of looponzekerheid. Deze symptomen nemen toe bij een langdurige geforceerde houding.

Ze duren van minuten tot enkele uren. Een cervicaal wervelsyndroom wordt voornamelijk gekenmerkt door het leidende symptoom pijn in de schouder-arm-nek Oppervlakte. Dit pijn is vaak niet het enige symptoom, maar gaat gepaard met andere symptomen, waaronder hoofdpijnduizeligheid, gezichtsstoornissen, oorsuizen of gevoelloosheid of tintelingen (paresthesie).

Als dergelijke symptomen aanwezig zijn, is het uiterst belangrijk om zo snel mogelijk een arts te raadplegen. Het cervicale wervelkolomsyndroom kan heel verschillende oorzaken hebben. Sommigen van hen hebben gemeen dat om de een of andere reden de zenuwen het verlaten van de wervelkolom zijn bekneld of geïrriteerd.

Als dit gebeurt omdat er ruimte nodig is (zoals een hernia in de cervicale wervelkolom die op de zenuwen of een tumor die op de wervelkolom groeit), kan het gebeuren dat niet alleen de zenuw maar ook de schepen daar zijn ingesnoerd. Als dit de slagaders beïnvloedt die de hersenenkan deze blijvende vernauwing leiden tot een vermindering van de doorstroming en daarmee tot een tekort aan bloed en zuurstof naar de hersenen. Dit zuurstofgebrek kan dan onder meer merkbaar worden door duizeligheid.

Er zijn echter veel redenen voor duizeligheid, waarvan de meeste, maar niet alle, onschadelijk zijn. Alleen omdat een cervicaal wervelkolomsyndroom aanwezig is en men ook last heeft van duizeligheid, wordt dit niet noodzakelijk veroorzaakt door het cervicale wervelkolomsyndroom. Daarom, als aanvallen van duizeligheid zich opstapelen of een permanent gevoel van duizeligheid bestaat, moet men dit door een arts laten controleren om onderliggende ziekten op te sporen of uit te sluiten.

De gehele wervelkolom bestaat uit de wervellichamen en de tussenwervelschijven die zich tussen de wervels bevinden. De cervicale wervelkolom bestaat uit zeven nekwervels. De tussenwervelschijven stabiliseren de halswervels waartussen ze zich bevinden, en in het cervicale gebied hebben ze vooral een gewrichtsstabiliserende functie.

An tussenwervelschijf bestaat uit een stevige buitenring (vezelring) en een zachte (geleiachtige) kern (nucleus pulposus). Bij een hernia (prolaps) springt niet de hele schijf uit zijn plaats. Integendeel, de binnenste, zachte kern glijdt weg, en als de buitenste, solide vezelige ring scheurt, kan deze ontsnappen en op de spinal cord.

De hernia leidt tot symptomen die kenmerkend zijn voor het cervicale wervelkolomsyndroom en kan dus ook duizeligheid veroorzaken. Een hernia in de cervicale wervelkolom is relatief zeldzaam en komt meestal voor bij oudere patiënten. Met de leeftijd wordt de cervicale wervelkolom minder flexibel en kunnen tekenen van slijtage aan de wervels en ligamentstructuren het scheuren en loslaten van de versterkende ligamenten veroorzaken.

Dit leidt tot instabiliteit van de tussenwervelschijven en bevordert het uit het binnenste deel van de schijf vallen. Een hernia in de cervicale wervelkolom wordt in eerste instantie conservatief (zonder operatie) behandeld met pijnstillers en fysiotherapie. Als de symptomen na ongeveer 5 weken niet verbeteren, moet een operatie worden overwogen. Ook gevaarlijk zijn eerdere en onopgemerkt verschoven schijven in de cervicale wervelkolom, waardoor de structuren verstarren, de wervelkanaal smal worden (wervelkanaalstenose van de cervicale wervelkolom) en de zenuwen erin om bekneld te raken. Dit leidt tot een chronisch cervicaal wervelsyndroom, die alleen kan worden gecorrigeerd door een operatie.