Brandwonden: chirurgische therapie

Aanbevolen handelwijze voor de behandeling van thermische verwondingen:

Brandwonden 2a:

  • Conservatieve occlusieve verbanden (verband waarbij het te behandelen wondoppervlak is bedekt met een ondoordringbare of halfdoorlaatbare plastic folie).
  • Tijdelijk synthetisch / biologisch huid vervangen.

Geneest meestal goed.

Graad 2b brandwonden:

  • Chirurgisch debridement (chirurgisch uitgevoerde reiniging van een wond om dood weefsel en coatings te verwijderen) / tangentiële necrosectomie (verwijdering van dood weefsel).
  • Tijdelijke synthetische / biologische huidvervanger
  • Autoloog huid het enten (gesplitst) huid, mesh-transplantaat).

Graad 3 brandwonden:

  • Epifaciale necrectomie (chirurgisch debridement).
  • Escharotomie (zigzag-reliëfincisies van de huid) voor profylaxe van compartimentsyndromen (aandoening waarbij verhoogde weefseldruk in gesloten huid en weke delen omhulsel leidt tot verminderde weefselperfusie) of ademhalingsobstructie van de thorax (borstkas)
  • Autologe huid het enten (gespleten huid, mesh-transplantaat) / vervanging van de dermis.
  • Eventueel tijdelijke dekking (VAC = vacuümondersteunde sluiting / “onderdrukwond therapie“, NPWT; synthetische / biologische huidvervanger).

Graad 4 brandwonden:

  • Necrosectomie,
  • Uitgebreide dekking van plastische chirurgische defecten (flapoplastiek) (vaak noodzakelijk).
  • Amputatie indien nodig