Bot sluiting | Amputatietechniek

Bot sluiting

Het bot wordt gesloten door gehechte stroken periosteum (periosteumstroken), maar het bot wordt ook verlengd en gestabiliseerd door periosteum of botchips. Het doel is om bijvoorbeeld het scheenbeen en kuitbeen te beschermen been, van compressie door de prothese door middel van een stabiele botverbinding. Tijdens de operatie moet de patiënt meestal onder algemeen worden behandeld anesthesie.

Een tourniquet is noodzakelijk om redenen van duidelijkheid en om grotere te voorkomen bloed verlies tijdens grote amputaties. Een strakke manchet, die boven de amputatie gebied, wordt gebruikt om het bloed uit het geopereerde gebied. Als de manchet echter te lang wordt aangebracht, kan er weefselverlies optreden.

Aan het einde van de operatie worden een of meer drainagebuizen in het operatiegebied ingebracht om het wondvocht van de spieren en het botoppervlak op te vangen. Na enkele dagen kan de drainage weer worden ingetrokken. Met behulp van een drukverband kan de wond adequaat worden behandeld. Als er een risico op infectie bestaat, zoals het geval kan zijn na trauma of vaatziekte, antibiotica dient profylactisch te worden gegeven tijdens of voor de operatie.