Sint-janskruid: gezondheidsvoordelen, medicinaal gebruik, bijwerkingen

Sint-janskruid komt oorspronkelijk uit Europa en Azië en werd genaturaliseerd tot onkruid in Australië, Zuid-Afrika en Noord-Amerika. Tegenwoordig komt het medicijn dat voor medicinale doeleinden wordt gebruikt, voornamelijk uit teeltgebieden in Duitsland, Oost-Europa en Chili.

Sint-janskruid als medicijn

Voor medicinale doeleinden worden de gedroogde, bloeiende bovengrondse delen van de plant (hyperici herba) gebruikt.

Bijzondere kenmerken van sint-janskruid

Sint-janskruid is een meerjarige kruidachtige plant van ongeveer 60 cm hoog met tegenoverliggende bladeren. De Latijnse naam van de plant, Hypericum perforatum, is gebaseerd op het doorschijnende gestippelde uiterlijk van de bladeren (Latijn "perforatum"). De naam Hypericum komt voort uit het feit dat Sint-janskruid werd ooit boven afbeeldingen van goden geplaatst ter bescherming tegen geesten (van het Griekse hyper = boven, eikon = afbeelding).

De stippen op de bladeren zijn olieklieren, waarmee ook de 5-bladige, goudgele bloemen zijn voorzien. Als je de bloemen of knoppen tussen je vingers wrijft, ontstaat er een rode verkleuring.

Bloem op de dag van St. John

De Duitse naam Johanniskraut is bedoeld om ons te herinneren aan Sint-Jansdag, de geboortedag van Johannes de Doper. Op deze dag, 24 juni, staat het kruid in zijn mooiste bloei.

Bijzonder opvallend zijn de goudgele tot geelbruine bloemen, waarvan sommige met talrijke donkere stippen of streepjes. De kelkblaadjes zijn puntig en ongeveer twee keer zo lang als de eierstok tijdens de bloei.

Andere componenten van het medicijn

Andere componenten van het medicijn zijn de lichtgroene, eivormige, volledig gerande bladeren, die tot 3.5 cm lang kunnen worden. Je kunt duidelijk het doorschijnende gestippelde patroon zien. Geelgroene, holle stengelstukken komen ook voor in het medicijn.

Sint-janskruid geeft een licht aromatische geur af. De smaak van het kruid is bitter en licht samentrekkend.