5. Leukocyten: de witte bloedcellen

Wat zijn leukocyten?

Leukocyten zijn bloedcellen die, in tegenstelling tot rode bloedcellen (erytrocyten), geen rood bloedpigment bevatten. Ze zien er daarom “wit” of kleurloos uit. Ze worden daarom ook wel witte bloedcellen genoemd.

De belangrijkste taak van leukocyten is het lichaam verdedigen tegen ziekteverwekkers. Witte bloedcellen worden aangetroffen in het bloed, de weefsels, de slijmvliezen en de lymfeklieren. Velen van hen hebben het vermogen om zich actief te verplaatsen en kunnen vanuit de bloedvaten naar weefsels migreren.

Alle leukocyten zijn afgeleid van een gemeenschappelijke beenmergvoorlopercel, een pluripotente stamcel. Speciale groeifactoren zorgen ervoor dat de stamcel zich ontwikkelt tot de verschillende witte bloedcellen: Granulocyten, Monocyten en Lymfocyten.

Granulocyten

Granulocyten vertonen onder de microscoop een “korrelig” uiterlijk. Afhankelijk van de kleurbaarheid van de celcomponenten wordt onder de microscoop onderscheid gemaakt tussen basofiele, neutrofiele en eosinofiele granulocyten. Elk van deze celtypen zorgt voor verschillende vormen van ziekteverwekkers en verloopt op een andere manier in de verdediging tegen infecties.

Omdat granulocyten zelfstandig kunnen bewegen, kunnen ze vanuit het bloedvat naar het weefsel en de slijmvliezen migreren. Na vier tot vijf dagen worden ook de granulocyten die naar de weefsels migreren afgebroken.

monocyten

Monocyten hebben de taak lichaamsvreemd materiaal op te nemen (fagocyteren) en onschadelijk te maken. Daarom worden dergelijke bloedcellen ook wel fagocyten genoemd. Een groot deel van de monocyten wordt in de milt opgeslagen, een ander deel circuleert in het bloed.

lymfocyten

Lymfocyten zijn zeer belangrijke cellen bij de immuunafweer. Ze herkennen vijandige ziekteverwekkers zoals bacteriën of virussen en produceren er antilichamen tegen. Op deze manier kunnen de ziekteverwekkers worden geïnactiveerd en vernietigd. Sommige lymfocyten, zogenaamde geheugencellen, kunnen de aard van de ziekteverwekkers ‘herinneren’. Ze vormen de lichaamseigen immuunbescherming en zorgen ervoor dat je bepaalde ziekten slechts één keer in je leven of slechts met langere tussenpozen kunt oplopen. De levensduur van lymfocyten varieert van enkele uren tot meerdere jaren.

Wanneer de leukocytenwaarde bepalen?

In de volgende gevallen laat de arts de leukocytwaarden bepalen:

  • Vermoedelijke infecties en ontstekingen
  • Bloedarmoede (bloedarmoede)
  • Vermoeden van leukemie of myeloproliferatieve neoplasie (er worden dan te veel cellen in het beenmerg geproduceerd die niet volledig functioneel zijn)
  • voor en na radiotherapie of chemotherapie
  • met bepaalde medicamenteuze therapieën
  • na een infarct of brandwond
  • na vergiftiging
  • om het ziekteverloop bij bindweefselziekten (collagenosen) en auto-immuunziekten onder controle te houden

Normaal gesproken is het voldoende om het aantal totale leukocyten te bepalen. Soms is het echter nodig om nauwkeuriger te differentiëren hoeveel leukocyten van welk type aanwezig zijn. Dit wordt differentieel bloedbeeld genoemd. Het wordt bijvoorbeeld uitgevoerd bij ernstige infecties, aanhoudende koorts of bloedkanker.

Om een ​​urineweginfectie te diagnosticeren, wordt het aantal leukocyten in de urine bepaald. Hiervoor kunnen ook de in de urine aangetroffen witte bloedcellen onder de microscoop worden geteld. Dit wordt dan het aantal cellen per gezichtsveld genoemd.

Normale waarden voor leukocyten

Bloedwaarden Leukocyten

Leukocyten in urinesediment

Standaardwaarde voor leukocyten

4.000 – 10.000 cellen/μl

0 – 3 cellen/ml of

<5 cellen/gezichtsveld (onder microscoop)

Voor de exacte afbraak van leukocyten in het differentiële bloedbeeld gelden de volgende standaardwaarden:

Differentiële bloedbeeld

Bloedwaarden leukocyten

Granulocyten

a) staafkernige neutrofiel G.: 3 – 5 %.

b) neutrofiele G. met segmentkern: 50 – 70 %.

Eosinofiele granulocyten: 1 – 4%

basofiele granulocyten: 0 – 1 %

monocyten

3 - 7%

lymfocyten

25 - 45%

Wanneer zijn er te weinig leukocyten in het bloed?

Als er te weinig leukocyten in het bloed zitten, wordt dit leukopenie of leukocytopenie genoemd. Vaak is het aantal granulocyten verminderd, terwijl het aantal resterende leukocyten binnen het normale bereik ligt.

Lees meer over mogelijke oorzaken van een laag aantal leukocyten in het artikel Leukopenie.

Wanneer zijn er te veel leukocyten in het bloed?

Een verhoogd aantal witte bloedcellen wordt leukocytose genoemd. Het kan bijvoorbeeld worden veroorzaakt door infecties, ontstekingsziekten of tumorziekten. Bij leukemie (bloedkanker) kunnen bijvoorbeeld pathologisch veranderde en onrijpe leukocyten (blasten) in zeer grote aantallen vrijkomen.

Alles wat belangrijk is over verhoogde leukocytenwaarden en de mogelijke oorzaken ervan, leest u in het artikel Leukocytose.

Wat te doen als de leukocytenwaarde verandert?

Als het aantal leukocyten verhoogd is als gevolg van een infectie, kan worden gewacht tot de klachten zijn verdwenen. Als gevaarlijke ziekten zoals bloedkanker of auto-immuunziekten worden vermoed, moeten verdere orgaanonderzoeken volgen. Soms kan er geen reden worden gevonden voor een verhoogd aantal leukocyten. Dit wordt dan “idiopathische leukocytose” genoemd.