Zorgniveau 2

Definitie

Mensen met een aanzienlijk verminderde zelfstandigheid worden ingedeeld in zorgniveau 2. De beperking kan op lichamelijk, psychisch of cognitief niveau zijn. In het oude zorgniveau kwam dit overeen met zorgniveau 0 of 1, die in het nieuwe systeem ook automatisch als zorgniveau 2 worden geclassificeerd.

Wat zijn de vereisten voor de zorg van niveau 2?

Zoals hierboven reeds beschreven, moet de getroffen persoon een fysieke, psychologische of cognitieve beperking hebben die zijn of haar onafhankelijkheid beperkt. De beoordeling van de zelfstandigheid van een zorgbehoevende vindt plaats met behulp van de “New Assessment Assessment (NBA)”. Dit wordt uitgevoerd door een assessor van de medische dienst van de volksgezondheid verzekeringsmaatschappij nadat de aanvraag is ingediend.

Het kan ook in een bejaarden- of verpleeghuis worden uitgevoerd. Bij deze toets moet een score tussen 27 en 47.5 punten worden behaald om als verpleegkundig niveau 2 te worden ingedeeld. Bij de beoordeling worden zes verschillende levensgebieden beoordeeld: De eindbeoordeling van de individuele deelgebieden door de beoordelaar is relatief complex .

Er zijn echter online zorgniveaurekenmachines beschikbaar waarmee het zorgniveau van de zorgbehoevende globaal kan worden ingeschat. Verder is het raadzaam om je voor te bereiden op het bezoek van de reviewer. Het is handig om vooraf te bedenken op welke levensgebieden de betrokkene afhankelijk is van hulp en welke activiteiten de persoon zelf kan uitvoeren.

Daarnaast is het goed om tijdens de beoordeling de persoon bij u te hebben die voornamelijk verantwoordelijk is voor de zorg. Ook is het handig om doktersbrieven en het medicatieplan klaar te hebben. Gedetailleerde informatie over andere zorggraden is te vinden op Zorggraden en zorgniveaus

  • Onafhankelijkheid speelt de belangrijkste rol bij de beoordeling.

    Het zijn vooral de middelen en capaciteiten van een persoon die moeten worden beoordeeld en niet, zoals in de oude verpleegkundige classificatieprocedure, de behoefte aan assistentie. Zo wordt beoordeeld in hoeverre de betrokkene zich nog kan wassen.

  • Twee andere belangrijke onderwerpen zijn enerzijds de omgang met de patiënt met zijn beperkingen en zijn ziektes en anderzijds de organisatie van het dagelijkse leven en de zorg voor sociale contacten.
  • Uiteraard wordt mobiliteit ook meegenomen in de algemene beoordeling, ook al wordt deze niet zo sterk gewogen.
  • Nieuw in de huidige beoordeling is dat er ook rekening wordt gehouden met cognitieve en communicatieve vaardigheden. Dit is vooral belangrijk voor mensen die hieraan lijden dementie. Hoewel ze vaak niet fysiek beperkt zijn, hebben ze toch veel ondersteuning nodig in het dagelijks leven.
  • Last but not least wordt ook gekeken of de assessor ondersteuning nodig heeft bij het omgaan met psychische problemen, zoals angstig gedrag.