Fibulafractuur | Fysiotherapie na een tibiafractuur

Fibula fractuur

Zoals hierboven beschreven, is de fibula de smallere en zwakkere van de twee onderste been botten. Bij ernstig letsel beide botten kan daarom breken. Over het algemeen breekt de fibula in vergelijking veel vaker, maar vaker als gevolg van draaiende of draaiende verwondingen van de been. Ongevallen of in het algemeen externe krachten met mogelijk extra verdraaien of buigen resulteren vaak in een dubbel bot breuk. Meer informatie onder: Fysiotherapie fibulafractuur

Enkel fractuur

Botbreuken met gewrichtsbetrokkenheid zijn problematisch. In het geval van een tibia breuk enkel gewricht is meer aangetast dan de kniegewricht. Een enkel gewricht breuk is een van de meest voorkomende lichaamsfracturen.

Het heeft echter meestal invloed op de buitenkant enkel, dat wil zeggen de fibula, in plaats van de tibia. Fibulafracturen waarbij de enkelgewricht zijn geclassificeerd volgens de Weber-classificatie en verschillen in de hoogte van de breuk. Het probleem met fracturen met gewrichtsbetrokkenheid is het risico dat, zelfs na genezing, artrose, dwz voortijdige slijtage van de kraakbeen, kunnen zich later ontwikkelen, wat de mobiliteit en het draagvermogen van het gewricht pijnlijk beperkt.

Gewrichtsvormende botuiteinden zijn bedekt met hyaline gewricht kraakbeen, die glad is en zelfs als een gletsjer. Hierdoor kan het lichaam bijna een leven lang soepel bewegen. Als het gewricht, inclusief de kraakbeen, nu beschadigd is door een breuk, kan een oneffenheid in de kraakbeencoating blijven bestaan, zelfs nadat de breuk is genezen, of kan de positie van de gewrichtspartners niet optimaal zijn. Zelfs een kleine afwijking van de norm veroorzaakt ongelijkmatige slijtage, wat kan leiden tot de beschreven late effecten.

Ongemerkt botbreuk?

Een botbreuk kan immers ongemerkt plaatsvinden. Naast de bovengenoemde oorzaken van extern geweld, ongevallen, sportverwondingen, draaien of iets dergelijks, er is ook de vorm van een stress- of vermoeidheidsfractuur: getroffen zijn vaak wedstrijdsporters met chronische overbelasting. Regeneratietijden worden niet aangehouden, alle structuren worden overbelast - spieren worden korter, trekken aan het bot, wat op zichzelf het bot overbelast.

Het bot kan de eeuwige overspanning niet weerstaan, het weefsel reageert met kleine verwondingen, die zich na verloop van tijd opstapelen totdat het bot uiteindelijk bezwijkt en zich een haarlijn vormt: een vermoeidheidsbreuk. Omdat er geen trauma werd veroorzaakt, verschijnen zwelling, hematomen en stressbeperkingen vaak niet. Pijn kan worden gevoeld, maar wordt vaak genegeerd, vooral in de sport, omdat het over het algemeen afneemt na de belasting.

Het gevaar van deze onopgemerkte fractuur is echter dat deze niet kan genezen met verdere training. Het bot krijgt niet genoeg rust om nieuwe vezels te vormen waardoor het bot weer aan elkaar kan groeien. Wat ontstaat is een zogenaamd vals gewricht. Het is geen echt gewricht in de zin van grote bewegingen, maar beperkt enerzijds de stabiliteit van de been en aan de andere kant is het onomkeerbaar, dwz als het eenmaal optreedt, kan het niet vanzelf genezen.