Hospitalisme

Synoniemen in bredere zin

  • Deprivatiesyndroom
  • Hospitalisatie-syndroom
  • Kaspar Hauser-syndroom
  • Anaclitische depressie

Hospitalisme is het geheel van de psychische en fysieke negatieve gevolgen die een zorgontbering en prikkels (= deprivatie) kan hebben voor een patiënt. Deze komen meestal voor bij kinderen die zich nog in een belangrijke fase van hun fysieke, emotionele en taalontwikkeling bevinden. Deze voorwaarde kreeg de naam “hospitalisme” omdat het voor het eerst werd beschreven bij kinderen die lange tijd in tehuizen en ziekenhuizen (= ziekenhuis) verbleven.

Deze aandoening kan echter ook voorkomen bij ouderen die lange tijd in isolatie hebben gezeten, bijvoorbeeld door eenzame opsluiting. Naast het veelal synoniem gebruikte psychische hospitalisme, is er het zogenaamde infectieuze hospitalisme, dwz ziekten veroorzaakt door verpleging en medische verwaarlozing. Vooral in ziekenhuizen en verpleeghuizen krijgen patiënten en verplegend personeel vaak niet de aandacht die ze nodig hebben (hospitalisatie).

Het personeel is soms overwerkt, kan en wil niet veel tijd besteden aan het individu. In het verleden waren mensen zich niet voldoende bewust van het feit dat het niet voldoende was om in de basisbehoeften te voorzien, en zelfs vandaag de dag is het soms nodig om mensen eraan te herinneren dat zorg een onderdeel moet zijn van het verpleegproces, vooral voor kinderen. De ontwikkeling van kinderen kent immers zogenaamde gevoelige fasen waarin bepaalde basiszaken bereikt moeten worden, zoals binding met een vaste referentiepersoon.

Gebeurt dit niet, dan ontstaan ​​er hechtingsstoornissen die de patiënt zijn of haar leven kunnen begeleiden. Hetzelfde geldt voor de ontwikkeling van taal- en sociale vaardigheden. Het uitblijven van prikkels kan ook leiden tot hospitalisatie, zoals bij langdurig verblijf in donkere en geluiddichte kamers.

Vooral een gebrek aan beweging (bijv. Een gips cast) kan ook problematisch worden. Hier worden de symptomen van mentale en fysieke hospitalisatie gepresenteerd. Aangezien bij lichamelijk ziekenhuisopname bepaalde infectieziekten vaker voorkomen in ziekenhuizen, komen de symptomen overeen met die van de desbetreffende ziekten.

De symptomen van psychiatrische ziekenhuisopname zijn meer uniform. In principe kan onderscheid worden gemaakt tussen fysieke en mentale beperkingen. Beide zijn gebaseerd op een vertraagde of onjuiste ontwikkeling.

Lichamelijke symptomen zijn onder meer vermagering (meestal veroorzaakt door een gebrek aan eetlust), infectieziekten als gevolg van verzwakte immuunsysteemdwangmatige repetitieve bewegingen (zogenaamde stereotypen) of vertraagde groei. Psychologisch komt het tot verschillende spraakstoornissen, Depressie, apathie (dwz apathie) en intellectuele achteruitgang. In sommige gevallen gaat dit zelfs zo ver dat de patiënten zich regressief ontwikkelen, dwz zich gedragen als veel jongere kinderen, net alsof ze alles weer vergeten zijn.

Omgaan met zulke kinderen is natuurlijk bijzonder veeleisend. Ze voelen de frustratie van de omgeving als afwijzing en trekken zich nog verder terug. Er ontstaat een vicieuze cirkel.

Op dezelfde manier worden sociale vaardigheden beschadigd. Kinderen zijn terughoudend om vreemden te vertrouwen en hun relatie met familieleden, vooral ouders, kan verslechteren. De symptomen kunnen gedeeltelijk verdwijnen of aanhouden en zelfs verergeren.

Er kunnen persoonlijkheidsstoornissen ontstaan, zoals een borderline stoornis. Een beroemd voorbeeld van psychisch hospitalisme, dat een synoniem is geworden, is de vondeling Kaspar Hauser. Hij werd aan het begin van de 19e eeuw in Neurenberg gevonden.

Hij vertoonde alle bovengenoemde symptomen in de hoogste mate van ernst, waarschijnlijk omdat hij de eerste 16 jaar van zijn leven opgesloten zat in een donkere kerker. Ook de ontwikkeling van een borderline-stoornis is bij hem niet uitgesloten. Zo liep hij herhaaldelijk verwondingen op die hem zouden zijn toegebracht door gemaskerde vreemden.

Deze zijn echter nooit gevonden. Er waren ook geen getuigen. De diagnose van psychiatrische ziekenhuisopname wordt meestal gesteld door a psychiater.

De aandoening onderscheidt zich van autismebijvoorbeeld, die er in grote mate mee overlapt in zijn manifestatie. Een criterium hiervoor is dat, in tegenstelling tot hospitalisatie, autisme is niet omkeerbaar en is meestal niet het gevolg van trauma. Daarom is het nuttig om te vragen onder welke omstandigheden de symptomen voor het eerst werden opgemerkt. Bovendien vertoont hospitalisme overeenkomsten met Depressie.

Dit laat ook een ander verloop zien en gaat niet noodzakelijkerwijs gepaard met blijvende mentale en fysieke gebreken. In principe is het eerste dat u moet doen, de schadelijke omgeving verlaten. De patiënt (hospitalisatie) moet in een zorgzame omgeving worden geplaatst die rijk is aan prikkels, waardoor tekorten, vooral bij kinderen, kunnen worden voorkomen en de eerste symptomen kunnen verdwijnen.

Als dit langere tijd niet gebeurt, treedt blijvende schade op, waarvoor psychotherapeutische behandeling nodig is. Het is daarom belangrijk om de ziekte zo vroeg mogelijk te herkennen en tegenmaatregelen te nemen. Bovendien is in bepaalde gevallen de behandeling van individuele secundaire verworven ziekten, zoals infecties, nog steeds noodzakelijk (hospitalisatie).