Zelfoefeningen voor de thoracale wervelkolom in geval van impingement-syndroom

Je zit in het subthema Fysiotherapie van Impingement-syndroom. De startpagina van dit onderwerp vindt u onder Fysiotherapie van impingement syndroom. Het medisch-orthopedisch luik vindt u onder ons subonderwerp Impingement-syndroom.

Therapie van de thoracale wervelkolom

Techniek: Mobilisatie van de thoracale wervelkolom extensiebeweging (rechttrekken, houdingstraining) De keuze van de oefeningen en de intensiteit van de uitvoering is afhankelijk van de individuele bevindingen in overleg met de fysiotherapeut. Uitgangshouding: zittend op een kruk, armen gekruist voor de borst. Oefening: het bovenlichaam wordt opgerold en opgetild, waarbij de borstbeen, waarbij de schouderbladen naar achteren en naar beneden richting de broekzakken worden getrokken.

2. zelfoefening voor de thoracale wervelkolom

Uitgangshouding Zit op kruk, armen zijwaarts hangend naast het lichaam Trainingsprestaties de schouders worden voor van boven naar beneden gerold, de schouderbladen en het schoudergewricht worden opzettelijk naar achteren en naar beneden getrokken Effect Versterking van de spieren die aan het schoudergewricht trekken hoofd naar achteren Uitgangshouding Zitting op kruk de armen zijn naar de zijkant van het lichaam gedraaid (handpalmen wijzen naar voren) Oefening uitvoering de schouderbladen worden naar de broekzakken getrokken, het borstbeen wordt opgetild, beide armen kort en snel terugveren Effect Houdingsverbetering, schouderspierversterking en rugspierversterking Startpositie zit op een kruk, het bovenlichaam wordt gestrekt, één arm wordt opgeheven de andere arm ligt naast het lichaam Oefening uitvoering de armen wisselen krachtig snel van boven naar beneden met het idee om waterweerstand tegen te gaan Het is belangrijk om niet boven de pijngrens van de schouder te werken r gewricht Effect Mobilisatie van de overgang van de cervicale wervelkolom naar de thoracale wervelkolom Uitgangspositie laterale positie, het bovenbeen is gehoekt, het onderbeen gestrekt, de bovenarm geheven tot de pijngrens De onderhand rust op de gebogen knie, het hoofd is ondersteund door een kussen Trainingsprestaties van het bovenlichaam en de arm bewegen richting rugligging, voor zover de bovenknie nog in contact is met de vloer (controle met de hand), kan de beweging worden geïntensiveerd tijdens het uitademen Belangrijk om niet verder te strekken dan de pijngrens bepaald door het schoudergewricht Effect Mobilisatie van de thoracale wervelkolom