Wat verstoort de slaap van de baby? | Mijn baby slaapt slecht - wat kan ik doen?

Wat verstoort de slaap van de baby?

De mogelijke storingsbronnen voor de slechte slaap van een baby zijn zeer divers. Omgevingsinvloeden zoals temperatuur, geluid of helderheid kunnen een bron van storing zijn. Gelukkig zijn deze invloeden te veranderen.

Een verandering in het weer kan voor sommige kinderen ook een negatief effect hebben op de slaap. Het is echter ook mogelijk dat bepaalde ervaringen of omstandigheden de slaap van de baby verstoren. Na een verhuizing of reizen is vaak geconstateerd dat baby's minder goed slapen.

Een ruzie tussen ouders kan ook het slaapgedrag van de baby beïnvloeden. Na korte tijd is de baby echter meestal aan de omstandigheden gewend en wordt de slaap weer beter. Een veel voorkomende reden voor slaapproblemen bij baby's is de ontwikkelingsspurt.

Een ontwikkelingsspurt beschrijft een plotselinge vooruitgang in de ontwikkeling van het kind, bijvoorbeeld wanneer de baby leert kruipen of lopen. Een paar dagen voor de ontwikkelingsimpuls is de baby vaak huilerig en uit balans en heeft hij moeite met slapen. Na de ontwikkelingsfase keert het slaappatroon van de baby meestal terug naar normaal.

Tandjes krijgen wordt door elk kind anders behandeld. Soms ernstig pijn kan optreden, waardoor de baby veel huilt en slecht slaapt. Het is echter niet altijd eenvoudig om te bepalen of het gebit echt de oorzaak is van de slaapproblemen van de baby.

Het is mogelijk om te controleren of het tandvlees rood gekleurd zijn en of de baby huilt op de arm van de ouders. Een warme wang is ook een indicatie van tandjes krijgen. Om het pijn je kunt de baby tandjesgel geven. Deze gel heeft een pijnstillende werking. Zelfs een koud, nat washandje kan helpen als de baby erop kauwt.

Normaal slaapgedrag van een baby

Bij het begin van de slaap is er altijd een zogenaamde slaapfase. Dit initieert de slaapcyclus, die uit twee verschillende fasen bestaat. Als de slaapfase echter wordt gemist, is het meestal nodig om te wachten tot de volgende slaapcyclus.

De slaapcyclus van een pasgeboren baby duurt ongeveer 50 minuten. Als een slaapcyclus wordt gemist, is het onwaarschijnlijk dat de baby in dezelfde slaapcyclus weer in slaap valt. Als de baby eenmaal in slaap is gevallen, is er vaak een eerste levendige slaapfase.

Deze slaap wordt REM-slaap genoemd en gaat gepaard met beweging van ledematen en ogen. De ogen kunnen ook een paar seconden open blijven. Dit wordt gevolgd door de ontspannen niet-REM-fase.

Hier is de baby vrij kalm en vertoont hij een ontspannen gezichtsuitdrukking. Vervolgens wisselen de twee slaapfasen elkaar af. Tussen de vier uur durende slaapfasen zijn er dan waakfasen waarin de baby wil drinken of knuffelen.

Vooral pasgeborenen missen in de eerste weken een dag-nachtritme. Wanneer de baby de leeftijd van ongeveer 3 maanden bereikt, slaapt hij ongeveer 5 uur per keer, waarbij hij diepere en lichtere slaapfasen afwisselt. Men verdeelt in een paradoxale slaap, rustige slaap en diepe slaap.

Aan het einde van een diepe slaap kan de baby vaker wakker worden. Dit is een volkomen normaal proces, maar lost meestal vanzelf op: de baby valt meestal vanzelf weer in slaap. Er zijn ook verschillende slaapfasen bij peuters, maar het kind slaapt meestal de hele nacht door zonder dat de ouders hem hoeven te kalmeren tijdens het ontwaken.