Wat is het HP-virus?

Definitie

Het humaan papillomavirus - afgekort HPV - is een ziekteverwekker van ongeveer 50 nanometer groot en waarvan er meer dan honderd verschillende soorten zijn die verschillende ziektebeelden veroorzaken. HPV kan bijvoorbeeld huid veroorzaken wratten, maar het kan ook een predisponerende factor zijn voor baarmoederhalskanker of larynxcarcinoom.

Papilloma-virus

Het papilloma virussen behoren tot de DNA-dragende virussen en hebben een grootte van 45 tot 55 nanometer. De ondersoort van het humaan papillomavirus - kortweg HPV - is vooral relevant voor de mens. Papillomavirussen veroorzaken een langzame ziekteprogressie, wat betekent dat ze bij een infectie niet acuut levensbedreigend zijn, zoals andere pathogenen.

Ze veroorzaken de groei van weefselgroei. Deze kunnen goedaardig zijn, zoals een huid of genitale wrat, of kwaadaardig, zoals in baarmoederhalskanker​ Bovendien papilloma virussen zijn zeer goed bestand tegen omgevingsinvloeden, waardoor ze enkele weken zonder gastheer kunnen overleven.

Hoe kunt u een infectie met het HP-virus diagnosticeren?

De test om te beoordelen of er een HPV-infectie is opgetreden, is een weefselmonster van een mogelijk verdachte huidgroei. Dit weefselmonster wordt opgesplitst in zijn afzonderlijke componenten met behulp van enzymen en splitsingsprocedures, en deze worden vervolgens getest op de aanwezigheid van HPV-DNA. Als dit kan worden gevonden, wordt dit beschouwd als bewijs van de aanwezigheid van een infectie.

Omgekeerd kan de afwezigheid van HPV-DNA een infectie niet met honderd procent zekerheid uitsluiten. Daarnaast is het raadzaam om te onderzoeken of het virale DNA al geïntegreerd is in het genetisch materiaal van de lichaamseigen cellen of dat het nog los in de cellen aanwezig is. Statistisch gezien wordt integratie geassocieerd met een significant hoger risico op degeneratie van huidgroei. Zogenaamde tumorsuppressorgenen worden vernietigd door een integratie van het virale DNA, waardoor cellulaire controlemechanismen worden geëlimineerd en daarmee de neiging tot degeneratie toeneemt.