Voeding bij ziekten van de dunne darm

De hoofdfunctie van de dunne darm is de opname van water, mineralen en vitaminen evenals de splitsingsproducten van complex koolhydraten (zetmeel), vetten en proteïne Dit gebeurt onder invloed van gal en de spijsvertering enzymen oppompen van de alvleesklier​ De anatomie van de dunne darm schept hiervoor de ideale omstandigheden door het oppervlak met een factor 600 te vergroten door de aanwezigheid van slijmvliesplooien en darmvlokken (uitstulpingen).

Ziekten van de dunne darm

Ziekten van de dunne darm zal daardoor het gebruik van nutriënten nadelig beïnvloeden. Andere oorzaken zijn onvoldoende productie van gal zouten en spijsvertering enzymen oppompen van de alvleesklier​ Al deze stoornissen in het gebruik van voedingsstoffen worden samengebracht onder de algemene term malassimilatie.

Als de oorzaak van deze aandoening onvoldoende vertering van voedingsstoffen is, wordt dit maldigestie of spijsverteringsinsufficiëntie genoemd. Als de oorzaak een onvoldoende opname van de voedingsstoffen door de darm is slijmvlieswordt het malabsorptie of absorptie-insufficiëntie genoemd. Normaal gesproken is de opname van voedingsstoffen al voltooid in de bovenste delen van de dunne darm.

Als echter een deel van de onderste dunne darm operatief wordt verwijderd, treedt het zogenaamde korte darmsyndroom op met, afhankelijk van de lengte van de ontbrekende darmsecties, onvoldoende toevoer van voedingsstoffen naar de patiënt. In het laatste deel van de dunne darm (terminale ileum), vitamine B12 en de gal zouten worden geabsorbeerd. Als dit deel van de darm ontbreekt, is het resultaat een vitamine B12-tekort, maar dit kan gemakkelijk worden gecorrigeerd door de vitamine in de spier te injecteren.

De verhoogde overdracht van galzouten naar de dikke darm kan diarree veroorzaken en er is ook een verlies van galzouten met de ontlasting. Dit leidt tot een afname van de galzuurconcentratie in de gal en verstoort de vetvertering en daarmee de opname van vetoplosbare vitaminen​ De dunne darm speelt ook een belangrijke rol als immuunorgaan en heeft daar een barrièrefunctie voor kiemen in de darm.