Verpleegkundige zorgplanning bij dementie

Zo vroeg mogelijk: zorgplanning!

In de vroege en middenfase van de ziekte kunnen dementiepatiënten hun dagelijkse leven meestal nog zelfstandig beheren, soms met een beetje hulp van familieleden. Velen kunnen ook nog in hun eigen huis wonen. Vroeg of laat is er echter meer hulp nodig in het dagelijks leven. Daarom moeten dementiepatiënten en hun naasten vroegtijdig weten welke hulp er beschikbaar is en welke woonmogelijkheden er mogelijk zijn als de patiënt niet meer zelfstandig kan wonen.

Dementie: zorg thuis

Ongeveer twee op de drie mensen met dementie wonen momenteel in hun eigen huis. Vooral voor ouderen is de woning doorgaans het middelpunt van het leven. Een vertrouwde omgeving roept herinneringen op en biedt veiligheid en geborgenheid – factoren die bijzonder belangrijk zijn bij dementie. Daarom willen veel dementiepatiënten zo lang mogelijk in hun eigen huis blijven wonen.

In de vroege stadia van dementie is dit meestal geen probleem. Vaak kunnen patiënten het dagelijkse leven nog zelfstandig aan. Ze hebben alleen hulp nodig van familieleden bij activiteiten die veel concentratie vergen (correspondentie met de autoriteiten, naar de bank gaan, etc.).

Zorgplanning bij dementie houdt ook in dat de woning van de patiënt dementievriendelijk is. Dit omvat bijvoorbeeld:

  • grote symbolen op de deuren in de woning die het gebruik van de betreffende kamer aangeven (keuken, badkamer, slaapkamer etc.)
  • Transparante kastdeuren (maken het gemakkelijker om gewenste kledingstukken zoals ondergoed of jassen te vinden)
  • De kachel ombouwen zodat deze zichzelf na een bepaalde tijd uitschakelt (preventie van brand en letsel)
  • Lichtelementen in de vloer (preventie van vallen)
  • Veilige opslag van schoonmaakmiddelen (verkleint het risico op verwarring en vergiftiging)
  • Het verwijderen van haken en sleutels waarmee bijvoorbeeld de badkamerdeur van binnenuit kan worden afgesloten

De taak om voor een persoon met dementie te zorgen vereist veel inzet en geduld van familieleden – en dit wordt steeds meer naarmate de ziekte vordert. Het gezin moet daarom overwegen hoeveel ondersteuning zij kunnen bieden en wanneer externe hulp (bijvoorbeeld van ambulante zorgdiensten) nodig is. De behandelend arts zal familieleden helpen bij deze beoordeling.

Ambulante zorg

Familieleden die voor een dementiepatiënt zorgen, hebben recht op professionele ondersteuning door een ambulante zorgdienst. De specialisten helpen de patiënt bijvoorbeeld met opstaan, wassen en naar het toilet gaan.

24-uurs zorg

Als de ondersteuning van het ambulante zorgpersoneel niet voldoende is, maar de persoon met dementie toch in de eigen woning wil blijven wonen, kan 24-uurszorg zinvol zijn. Soms bieden lokale zorgdiensten zulke allround zorg. De maandelijkse kosten hiervoor bedragen enkele duizenden euro’s.

Veel dementiepatiënten worden ook verzorgd door verplegend personeel uit Oost-Europa. Familieleden moeten altijd het wettelijke kader in acht nemen en de verzorger legaal in dienst nemen. Illegale arbeid is een strafbaar feit en kan resulteren in zware boetes en achterstallige betalingen van socialezekerheidsbijdragen.

Zorggroepen voor dementiepatiënten

Op veel plaatsen wordt groepszorg voor dementiepatiënten aangeboden. De deelnemers komen regelmatig bij elkaar, bijvoorbeeld om samen te eten, zingen, knutselen of spelletjes te doen. De groepen worden doorgaans begeleid door vrijwilligers. Deelname aan een zorggroep kost doorgaans slechts een klein bedrag (bijvoorbeeld voor eten en drinken).

Dagopvang

De kosten voor dagopvang kunnen variëren van 45 tot 90 euro per dag. Het zorgverzekeringsfonds draagt ​​tot een bepaald niveau – afhankelijk van het zorgniveau van de patiënt – bij aan dit bedrag. De rest moeten patiënten en hun familieleden zelf betalen. Maar ook de sociale dienst kan een bijdrage leveren.

Kortdurende zorg en respijtzorg

Als bijvoorbeeld mantelzorgers ziek worden of vakantie nodig hebben, kunnen dementiepatiënten die anders thuis verzorgd zouden worden, tijdelijk worden ondergebracht in kortdurende zorginstellingen.

Als alternatief bestaat in dergelijke gevallen de mogelijkheid van respijtzorg (vervangende zorg): De persoon met dementie wordt dan tijdelijk thuis verzorgd door een professionele zorgdienst. De kosten voor kortdurende zorg of respijtzorg worden tot een bepaald bedrag vergoed door het zorgverzekeringsfonds.

Begeleid wonen

Begeleid wonen kan een geschikte woonvorm voor ouderen zijn: Hier wonen senioren in hun eigen seniorenvriendelijke appartementen in een huis of een huizencomplex. Wel kunnen zij, afhankelijk van hun wensen of behoeften, deelnemen aan gemeenschappelijke maaltijden en gebruik maken van huishoudelijke diensten (zoals wasservice) en verzorging.

Gevorderde dementie: verpleeghuis

Als familieleden niet meer in staat zijn om de integrale zorg aan een dementiepatiënt te bieden en 24-uurszorg niet betaalbaar is, is huisvesting in een verzorgingshuis of alternatieve woonvormen (zoals een dementieflat) een optie.

Bij de keuze voor een woning dienen nabestaanden zich goed te informeren en de aanbiedingen kritisch te vergelijken. Naast reguliere verpleeghuizen bieden veel plaatsen ook speciale woon- en zorgvoorzieningen voor dementiepatiënten. Dergelijke thuisgemeenschappen, woongroepen of zorgoases zijn afgestemd op de bijzondere behoeften van mensen met dementie en tellen doorgaans 12 tot 20 leden. Deze speciale diensten zijn echter niet goedkoop.

Ambulante woongemeenschappen voor dementie

In sommige gevallen kan een dementieflat een alternatief zijn voor een verzorgingshuis. Hier wonen meerdere dementiepatiënten samen in een groot appartement. Iedere patiënt heeft een eigen kamer en kan doorgaans eigen meubilair en stoffering meenemen.

Overige ruimtes zoals de keuken, woonkamer en badkamers worden gedeeld. De dementerende patiënten worden verzorgd door professionele verpleegkundigen.

Er zijn nu steeds meer aanbiedingen voor dergelijke gedeelde appartementen voor dementie in heel Duitsland.

De zorgkosten

De Medische Dienst van de ziekenfondsen beoordeelt de dementiepatiënt (na aanvraag bij het zorgverzekeringsfonds) en kent hem een ​​bepaald zorgniveau toe. Hoe hoger deze classificatie, hoe hoger de bijdrage van het zorgverzekeringsfonds in de zorgkosten.

Als het gaat om de zorgplanning voor dementie, moeten familieleden rekening houden met de hoogte van deze vergoeding en hun eigen financiële middelen. Dit heeft doorgaans invloed op de beslissing waar en hoe iemand met dementie moet wonen en verzorgd moet worden.