Therapie van galblaaskanker

Synoniemen in bredere zin

Galblaas tumor, galblaas carcinoom, plaveiselcelcarcinoom, adenocarcinoom, porseleinen galblaas

Therapie

De therapie van galblaascarcinoom is erg moeilijk, aangezien de meeste galblaascarcinomen worden gediagnosticeerd in een ongeneeslijk (niet-curatief) stadium. Genezing is echter alleen mogelijk door een operatie waarbij de hele tumor is verwijderd, inclusief de aangedane weefselvocht knooppunten. In een vergevorderd stadium is chirurgie echter ook zinvol omdat het de drainagecondities herstelt en zo de kwaliteit van leven verbetert. Als de tumor te geavanceerd is en een operatie niet meer mogelijk is, palliatieve therapie wordt aangeduid. Dit betekent dat een curatieve benadering niet meer mogelijk is en dat het doel van de therapie is om de symptomen van de tumor te verlichten.

Operatieve procedure

Naast de galblaas (cholecystectomie), het is niet ongebruikelijk voor een deel van de lever (gedeeltelijke resectie van de lever) ook te verwijderen, aangezien de tumor er vaak al in is gegroeid. Het is belangrijk om een ​​smooth te herstellen gal stroming tijdens de operatie. In zeldzame gevallen wordt na een cholecystectomie die om andere redenen is verwijderd, zoals galsteenziekte, een carcinoom in een vroeg stadium ontdekt door de patholoog. Soms is een heroperatie nodig, bijvoorbeeld om extra te resecteren weefselvocht knooppunten (lymfadenectomie). Deze ontdekkingen blijven echter eerder een uitzondering.

Pathologische diagnostiek

Na verwijdering wordt de galblaastumor op histologische basis beoordeeld door de patholoog. Hiervoor wordt het tumorpreparaat op specifieke plaatsen en aan de randen van de resectie ingesneden. Van deze monsters worden flinterdunne plakjes gemaakt, gekleurd en onder de microscoop beoordeeld.

Het type tumor wordt bepaald, de verspreiding in de galblaaswand wordt beoordeeld en verwijderd weefselvocht knooppunten worden onderzocht op tumorbesmetting. Het is ook belangrijk dat de rand van de tumor voldoende ver verwijderd is van het gezonde weefsel zodat er geen tumorcellen aan de rand van de incisie mogen zitten die later de tumor zouden kunnen doen teruggroeien (recidief). Pas na de pathologische bevindingen kan de tumor duidelijk worden geclassificeerd volgens de TNM-classificatie, die de primaire tumor (T) beschrijft, de lymfeklieren (N) en het verre metastasen (M).