Aanvallen: symptomen, oorzaken

Kort overzicht

  • Beschrijving: Onvrijwillige gebeurtenis met krampachtige of schokkende bewegingen, mogelijk met bewustzijnsverlies.
  • Oorzaken: Meestal epilepsie, soms met een specifieke trigger (zoals verhoogde intracraniale druk, hypoglykemie, encefalitis), maar meestal zonder; in zeldzamere gevallen niet-epileptische aanvallen zoals koortsstuipen bij kinderen of toevallen als gevolg van een beroerte.
  • Behandeling: Eerstehulpmaatregelen (zoals hoofdbescherming, stabiele zijligging), medische spoedbehandeling indien nodig, langdurige behandeling van de onderliggende ziekte (bijv. met anticonvulsiva)
  • Wanneer moet u een arts raadplegen? Bij een eerste aanval, langdurige aanvallen (langer dan 3 minuten) of herhaalde aanvallen binnen korte tijd: bel een spoedarts!
  • Diagnostiek: Interview met patiënt (medische geschiedenis), elektro-encefalografie (EEG), computertomografie (CT) of magnetische resonantie beeldvorming (MRI), bloed- en urinetests, indien nodig punctie van hersenvocht

Wat is een aanval?

Een aanval is meestal een plotselinge, onvrijwillige gebeurtenis met krampachtige of spiertrekkingen. Afhankelijk van het type aanval kan de getroffen persoon het bewustzijn verliezen. Soms heeft een aanval alle drie deze kenmerken, soms niet.

Ongeveer 5 procent van de mensen krijgt ooit in zijn leven een aanval.

Bij een hersenaanval (= ontstaan ​​in de hersenen) gaat echter alle orde verloren, waardoor bepaalde groepen zenuwcellen plotseling gelijktijdig ontladen en hun ongecoördineerde signalen synchroon doorgeven. Ze infecteren als het ware stroomafwaartse zenuwcellen. Metaforisch gesproken kan een aanval ook worden omschreven als een ‘onweersbui in de hersenen’.

Toeval: symptomen

Een aanval wordt gekenmerkt door verschillende symptomen die verschillen afhankelijk van het type en de ernst van de aanval:

  • Onvrijwillige, krampachtige of spiertrekkingen
  • Tintelingen of gevoelloosheid
  • Verlies van bewustzijn

Een aanval is gewoonlijk binnen twee minuten voorbij; soms duurt het maar een paar seconden. Na langdurige, gegeneraliseerde aanvallen voelen de getroffenen zich vaak uitgeput en hebben ze rust en slaap nodig.

Toeval: oorzaken

De meest voorkomende oorzaak van epileptische aanvallen is epilepsie. Niet elke aanval wordt echter veroorzaakt door een epileptische aandoening.

Er zijn ook aanvallen die niet het gevolg zijn van een neurologische aandoening in de hersenen, maar psychologische oorzaken hebben (zoals een extreme stresssituatie). Artsen noemen dit een psychogene aanval.

Epileptische aanvallen

Dit moet worden onderscheiden van symptomatische epilepsie, waarbij de epileptische aanvallen bekende triggers hebben. Deze omvatten

  • Hersenletsel: Als gevolg van dergelijke verwondingen vormt zich littekenweefsel in de hersenen, wat op zijn beurt een toename van het aantal aanvallen veroorzaakt.
  • Stoornissen van de bloedsomloop: Een verstoorde bloedtoevoer naar de hersenen (zoals in het geval van een beroerte) resulteert soms in epileptische aanvallen.
  • Tumoren of ontstekingen: Soms zijn epileptische aanvallen een symptoom van een hersentumor of een ontsteking van de hersenen of hersenvliezen (encefalitis, meningitis).
  • Verhoogde intracraniale druk: Verhoogde druk in de hersenen (bijvoorbeeld als gevolg van een verwonding) kan epileptische aanvallen bevorderen.
  • Stofwisselingsstoornissen: Soms kan een lage bloedsuikerspiegel (hypoglykemie) worden geïdentificeerd als een aanvalsoorzaak.
  • Zuurstoftekort: Als er sprake is van langdurig zuurstofgebrek (hypoxie), wordt het lichaam op een gegeven moment onvoldoende voorzien, wat soms een aanval in de hersenen veroorzaakt.
  • Visuele stimuli: Bij sommige mensen veroorzaken bijvoorbeeld stroboscooplichten in discotheken of flikkerende lichten in videogames een aanval.
  • Vergiftiging: Soms veroorzaken medicijnen zoals tricyclische antidepressiva een aanval.
  • Drugs en alcohol: Wanneer een alcoholist bijvoorbeeld ontwenningsverschijnselen ervaart, komen er af en toe toevallen voor.

Toeval – maar geen epilepsie

Sommige mensen krijgen een aanval, maar hebben geen epilepsie. Dergelijke niet-epileptische aanvallen zijn daarom niet te wijten aan een verhoogde gevoeligheid van de neuronen voor aanvallen; ze worden eerder veroorzaakt door een omkeerbare aandoening in de hersenen of een andere aandoening die de hersenen irriteert, zoals:

  • hoofdletsel
  • beroerte
  • infectie
  • geneesmiddel
  • drugs
  • bij kinderen: Koorts (koortsstuipen)

Andere ziekten en aandoeningen die soms tot spierkrampen leiden, moeten worden onderscheiden van epileptische aanvallen. Een tetanusinfectie (tetanus) veroorzaakt bijvoorbeeld spierkrampen over het hele lichaam.

Aanvallen bij kinderen en baby's

Epileptische aanvallen zijn niet ongewoon bij zuigelingen. Voor ouders is zo’n gebeurtenis in eerste instantie een schok. In de meeste gevallen is de oorzaak echter onschuldig.

Koortsinfecties veroorzaken bijvoorbeeld epileptische aanvallen. Deze aanvallen zijn meestal slechts van korte duur en laten geen blijvende schade achter. Epilepsie, hersenbeschadiging tijdens de geboorte en stofwisselingsstoornissen veroorzaken echter soms ook epileptische aanvallen bij baby's.

Lees het artikel ‘Aanvallen bij kinderen en baby’s’ om erachter te komen hoe aanvallen zich manifesteren bij zeer jonge kinderen en hoe u er het beste op kunt reageren.

Inbeslagname: wat te doen?

Eerste hulp bij een aanval

Als u ziet dat iemand een aanval krijgt, blijf dan kalm – ook al is zo’n stuiptrekking over het hele lichaam vaak een beangstigend gezicht. De aanval stopt meestal binnen enkele minuten vanzelf. De volgende aanbevelingen zijn ook van toepassing:

  • Verwijder gevaarlijke voorwerpen die zich in de buurt van de persoon met de kramp bevinden, zodat deze zichzelf niet verwondt.
  • Bescherm het hoofd (bijvoorbeeld met een kussen).
  • Houd de getroffen persoon niet vast.
  • Steek geen voorwerpen in de mond (bijvoorbeeld lepels) – er bestaat gevaar voor letsel en de patiënt kan het voorwerp inademen of doorslikken.
  • Beveilig de luchtweg door de patiënt in buikligging of stabiele zijpositie te draaien.
  • Bel een ambulance als de aanval langer dan drie minuten duurt.

Om daadwerkelijk te kunnen beoordelen hoe lang de aanval heeft geduurd, kunt u het beste de tijd stilzetten. In noodsituaties raakt het tijdsbesef snel uit de hand.

Medische behandeling voor een aanval

Bij aanvallen probeert de arts de oorzaak te behandelen. Als bijvoorbeeld hypoglykemie de aanval heeft veroorzaakt, krijgt de patiënt glucose toegediend (meestal als infuus). Indien mogelijk zal de arts ook een behandeling starten voor de oorzaak van de lage bloedsuikerspiegel – in dit geval vaak diabetes mellitus.

  • Anticonvulsieve medicatie (anticonvulsiva of anti-epileptica genoemd)
  • Vermijden van mogelijke triggers (zoals overmatig alcoholgebruik, gebrek aan slaap)
  • Chirurgische ingreep aan de hersenen indien nodig (minder gebruikelijk)

Epileptische aanvallen: wanneer moet u een arts raadplegen?

Na een eerste aanval – zowel in de kindertijd als in de volwassenheid – is het altijd raadzaam om een ​​arts te raadplegen. Dit is de enige manier om mogelijke oorzaken op te helderen en eventuele onderliggende ziekten te diagnosticeren. De specialist die verantwoordelijk is voor aanvallen is een neuroloog.

Soms realiseren de getroffenen zich niet eens dat ze een aanval hebben of net hebben gehad, bijvoorbeeld bij afwezigheid. Buitenstaanders die het wel opmerken, kunnen het beste dit duidelijk maken.

Wanneer moet u een ambulance bellen bij een aanval?

Als u bij iemand anders een aanval waarneemt, is het niet absoluut noodzakelijk om een ​​ambulance te bellen: als u weet dat de patiënt al wordt behandeld voor aanvallen en de aanval na korte tijd vanzelf stopt, is medische hulp meestal niet nodig.

In de volgende gevallen is het echter altijd raadzaam een ​​arts te raadplegen:

  • Wanneer er voor de eerste keer een aanval optreedt
  • Als een aanval langer dan drie minuten duurt (risico op zogenaamde status epilepticus)
  • Als er binnen 30 minuten meerdere aanvallen optreden

Als een van de omstanders een mobiele telefoon of andere camera bij de hand heeft, is het in dit geval erg handig om de aanval te filmen: een video waarop de arts de bewegingen en het gezicht van de persoon met de aanval kan zien, is erg nuttig voor de aanval. diagnose.

Hoe gevaarlijk is een aanval?

Eenmalige aanvallen zijn meestal niet gevaarlijk en gaan vanzelf over. Een epileptische aanval die langer dan vijf minuten duurt (status epilepticus) is echter levensbedreigend. Dit vereist onmiddellijke medische behandeling.

In principe is het ook gevaarlijk als iemand een aanval krijgt in een onveilige situatie – bijvoorbeeld achter het stuur van een auto, bij werkzaamheden op een dak of met een kettingzaag. Epileptici moeten dit ter harte nemen, ook al is het enige tijd geleden sinds hun laatste aanval.

Inbeslagname: onderzoeken en diagnose

Allereerst verduidelijkt de arts of er daadwerkelijk een aanval heeft plaatsgevonden. Om dit te doen, sluit hij eerst andere oorzaken uit die soortgelijke symptomen veroorzaken. Als de patiënt daadwerkelijk een aanval heeft gehad, moet de oorzaak worden opgehelderd en moet indien nodig een behandeling worden gestart.

Een nauwkeurige beschrijving van de symptomen – door de patiënt zelf of door familieleden – is al zeer nuttig. De arts zal ook vragen stellen zoals

  • Hoe lang duurde de aanval?
  • Hoe snel herstelde u/de patiënt na de aanval?
  • Zijn er factoren die de aanval kunnen hebben veroorzaakt (geluiden, flitslicht, enz.)?
  • Is er sprake van een reeds bestaande of onderliggende aandoening (bijvoorbeeld een herseninfectie) of van recent hoofdletsel?
  • Gebruikt u/gebruikt de patiënt drugs zoals alcohol? Vindt er momenteel een intrekking plaats?

Vervolgens wordt elektro-encefalografie (EEG) gebruikt om de hersengolven van de patiënt te meten en vast te leggen om eventuele afwijkingen op te sporen. Ook kan de arts tijdens de meting proberen een aanval uit te lokken, bijvoorbeeld door het gebruik van bepaalde lichtprikkels of door de patiënt opzettelijk te laten hyperventileren.

Een EEG kan ook over een langere periode worden opgenomen. Ook is het mogelijk om de patiënt gedurende deze tijd te filmen (video EEG monitoring) zodat de arts precies kan zien wat er gebeurt bij een (mogelijke) nieuwe aanval.

Om mogelijke oorzaken van aanvallen te identificeren, kan de arts computertomografie (CT) of magnetische resonantiebeeldvorming (MRI) gebruiken om gedetailleerde dwarsdoorsnedebeelden van de hersenen te maken. Het kan mogelijk zijn om structurele veranderingen (zoals veroorzaakt door een beroerte of tumor) te identificeren die epileptische aanvallen veroorzaken.

Verdere onderzoeken kunnen aangewezen zijn. Deze omvatten het nemen en analyseren van een monster hersenvocht (lumbaalpunctie) als wordt vermoed dat een infectie van de hersenen de oorzaak van de aanvallen is.