Spirometrie | Longfunctietest

Spirometrie

Spirometrie wordt ook wel de "kleine long functietest ”. Spirometrie stelt de arts in staat de vitale capaciteit te bepalen (dwz de maximale hoeveelheid lucht die een persoon kan in- en uitademen) en de capaciteit van één seconde (hoeveel liter lucht wordt er in één seconde verplaatst tijdens een sterke uitademing). Het meetinstrument, de spirometer, bestaat uit een slangensysteem met mondstuk en is aangesloten op een recorder.

Deze recorder geeft de hoeveelheid ingeademde lucht weer als een curve, vergelijkbaar met hoe de hart- stromen worden geregistreerd op een ECG. De patiënt omsluit het mondstuk met zijn lippen en krijgt ook een neus- klem. Dit is bedoeld om te voorkomen dat er lucht ontsnapt via de neus- en dus niet geregistreerd worden tijdens de meting.

De patiënt wordt vervolgens verteld hoe hij tijdens het onderzoek moet ademen. Meestal het normale inademing en uitademing (dwz de ademhaling volume) wordt eerst gemeten. Vervolgens moet de patiënt zo diep mogelijk uitademen, en onmiddellijk daarna zo diep mogelijk inademen en dan weer krachtig en snel uitademen.

Dan normaal ademhaling wordt opnieuw opgenomen. In de regel wordt de procedure meerdere keren herhaald om verschillende zinvolle curven te verkrijgen. Tijdens dit long functietest het is enorm belangrijk dat de patiënt goed meewerkt en het begrijpt ademhaling instructies.

De examinatoren moeten hem motiveren om de oefeningen echt op volle kracht te doen. Zeker, dit is vooral moeilijk bij kinderen, omdat ze niet snel enthousiast zijn over de test in de ietwat beangstigende omgeving en met de ongemakkelijke neus- klem. De long functietest is risicovrij en ook niet pijnlijk. Bij sommige patiënten kan de zware ademhaling echter leiden tot een kort gevoel van duizeligheid.

Plethysmografie van het hele lichaam

Dit onderzoek wordt voornamelijk uitgevoerd door gespecialiseerde internisten, dat wil zeggen longspecialisten. De patiënt wordt in een luchtdichte cabine geplaatst, vergelijkbaar met een telefooncel. Hij krijgt een mondstuk en ademt in en uit via de zogenaamde pneumotachograaf, eerst normaal en daarna, indien nodig, versneld of bijzonder diep.

De resulterende drukverschillen in de kamer worden vervolgens gemeten. In de meeste gevallen voert de arts ook een sluitdrukmeting uit. Het mondstuk is geblokkeerd en de patiënt ademt kort uit tegen de weerstand in.

Met de whole body plethysmography of body plethysmography kan het longvolume en ook de weerstand van de bronchiën worden gemeten. Het grote voordeel van deze longfunctietest is dat de patiënt niet actief hoeft mee te doen. Normale ademhalingen zijn voldoende om zinvolle waarden te verkrijgen.

Plethysmografie is absoluut onschadelijk. Er is geen druk of blootstelling aan straling en de deur van de kamer kan natuurlijk op elk moment worden geopend. Alleen voor patiënten met claustrofobie kan het onderzoek een probleem zijn, omdat de kamer relatief klein is en gesloten moet worden voor een succesvolle meting.