Radiotherapie | Therapie van de ziekte van Dupuytren

radiotherapie

Stralingstherapie is een vorm van therapie voor de ziekte van Dupuytren, die de voortgang van de ziekte in een vroeg stadium kan stoppen. De fibroblasten, de cellen die verantwoordelijk zijn voor de vorming van de knopen en strengen, zouden verstoord moeten worden in hun vermogen om te delen. Dit vermindert of voorkomt zelfs de verdere vorming van knobbeltjes en strengen.

De ziekte van Dupuytren blijft meestal op het niveau van de stralingssituatie. Om deze reden is bestralingstherapie alleen nuttig in de vroege stadia, omdat het reeds gebogen vingers niet kan strekken. Met een veiligheidsmarge van 0.5 tot 2 cm wordt het aangetaste gebied van de handpalm bestraald met oppervlakkig effectieve zachte röntgenstralen.

Om de niet-getroffen gebieden tegen de straling te beschermen, worden ze beschermd met een loden hoes. Verschillende concepten voor bestraling zijn effectief gebleken. In elk geval worden enkelvoudige doses tussen 2-4 Gy (Gray) gegeven, terwijl de totale dosis tussen 20 en 40 Gy ligt.

Als de totale dosis 30 Gray is, wordt 3 Gray op vijf opeenvolgende dagen in de eerste cyclus gegeven. Na een behandelingspauze van 6 tot 12 weken wordt een nieuwe behandelreeks met hetzelfde concept uitgevoerd, zodat na de behandeling een totale dosis van 30 Gray wordt bereikt. Vervolgonderzoeken dienen 3 maanden en 1 jaar na de laatste behandeling te worden uitgevoerd. Hierbij wordt niet alleen rekening gehouden met een verandering en regressie van de knopen en strengen, maar ook met mogelijke veranderingen in de aangrenzende gebieden, die een indicatie kunnen zijn van stralingsschade.

Een toegenomen kanker risico is altijd geassocieerd met straling. Volgens studies lijkt het echter te verwaarlozen als het niet te bestralen lichaamsdeel goed wordt beschermd. Al met al radiotherapie toont in vroege stadia zeer goede resultaten en kan de progressie van de ziekte van Dupuytren in de meeste gevallen jarenlang voorkomen. Om deze reden is het een goede manier om een ​​operatie uit te stellen. Omdat straling bijzonder effectief is in de vroege stadia, wanneer de eerste knooppunten verschijnen, moeten patiënten hun arts in een vroeg stadium raadplegen.