Psychologie van gesprek: zelfactualisatie

Rogers had, in tegenstelling tot Siegmund Freud, een optimistische kijk op de mens, namelijk die van de humanistische psychologie. Volgens dit is de mens een wezen dat ernaar streeft zijn innerlijke mogelijkheden te realiseren en zijn creatieve vermogens te ontwikkelen. Uiteindelijk neigt de menselijke natuur altijd naar het goede en doen zich ongewenste ontwikkelingen voor in een ongunstige menselijke omgeving. De kracht ten goede zorgt ervoor dat iedereen streeft naar de grootst mogelijke mate van zelfcreatie voor hem.

De mens moet zichzelf kunnen ontwikkelen

Volgens Rogers, psychotherapie zou mensen moeten helpen om het pad voorwaarts te volgen wanneer het voor hen geblokkeerd is. In een van zijn boeken citeert hij de zin van de Chinese filosoof Lao Tzu: "Als ik ze niet beïnvloed, worden mensen zichzelf". Carl Rogers benadrukt het worden, het evolueren van de mens. Voor hem is er geen eindtoestand die een persoon in zijn of haar leven kan bereiken. De mens is in een proces van voortdurende verandering.

Hoe meer een persoon in staat is om innerlijke en uiterlijke prikkels in zichzelf waar te nemen zonder vervorming, dwz om congruent te zijn, des te meer heeft hij de neiging zichzelf te accepteren en, als gevolg daarvan, te veranderen indien nodig. Als de mens zichzelf kan accepteren en mogelijk ook kan veranderen, ontwikkelt hij zich in de richting van zijn perfectie.

Deze tendens tot actualisatie wordt beschouwd als het overheersende principe van betekenis en ontwikkeling van menselijk gedrag en ervaring. Het zorgt ervoor dat het menselijk organisme probeert al zijn fysieke, mentale en spirituele mogelijkheden te ontwikkelen en te behouden. " (Zwitserse vereniging voor persoonsgericht Psychotherapie en Counseling (SGGT)) Als deze ontwikkeling ongunstig verloopt, kan dat leiden op blokkades, psychische stoornissen en remmingen of op destructief, irrationeel, antisociaal gedrag.

De persoonsgerichte psychotherapie van Carl Rogers: eerst komt de persoon.

Voor Rogers, therapie is in de eerste plaats een ontmoeting tussen twee mensen. Trouw aan het 'dialogische principe' van filosoof Martin Buber, kan iemands zelf zich alleen ontwikkelen in contact van het ik naar het gij, en niet wanneer de ene persoon het object wordt van de observatie of behandeling van een ander. De therapeut als deze "Gij" is bedoeld om de cliënt te helpen zijn of haar zelf te verwezenlijken.

Rogers oefende psychotherapie en counseling als klinisch psycholoog gedurende twaalf jaar voordat hij lesgaf aan drie Amerikaanse universiteiten als hoogleraar psychologie en (gedeeltelijk) psychiatrie van 1940 tot 1963. In de jaren zestig werd Rogers mede-oprichter van het 'Center for Studies of the Person' in La Jolla, Californië, waar hij tot het einde van zijn leven werkte. De therapie en counselingbenadering doorliep verschillende ontwikkelingsfasen, die ook tot uiting kwamen in de naam: van "niet-directieve psychotherapie en counseling" tot "cliëntgerichte therapie" tot de "persoonsgerichte benadering".

Eind jaren vijftig bracht Reinhard Tausch, hoogleraar psychologie uit Hamburg, het concept naar de Duitssprekende wereld en gaf het de naam 'gesprekspsychotherapie'. In 1950 werd de "Society for Scientific Conversational Psychotherapy" (GwG) opgericht, die het concept verder vestigde door cursussen voor gevorderden en permanente educatie te ontwikkelen.