Preventief onderzoek bij kinderen

Deze pagina beschrijft de preventieve medische controles voor kinderen (U3, U4, U5, U6, U7, U8 en U9). Ze zijn een belangrijke maatstaf voor het beoordelen van de ontwikkelingsfase van een kind. Als u op zoek bent naar de preventieve medische controles voor pasgeborenen (U1 en U2), ga dan naar onze pagina: Preventieve medische controles voor pasgeborenen

Synoniemen

U-onderzoek, onderzoek bij de kinderarts, U1- U9, jeugdgezondheidsadvies, ontwikkelingsrichtlijnen, pre-schoolexamen, eenjarig examen, vierjarig examen

Richtlijnen voor procentuele ontwikkeling

In de kindergeneeskunde zijn er zogenaamde percentielcurves of somatogrammen voor het mannelijke en vrouwelijke geslacht, waarmee de arts de ontwikkelings- en groeistatus van het kind kan vergelijken met een referentiegroep van kinderen van dezelfde leeftijd. Deze vergelijking wordt gebruikt om de ontwikkelingsstatus van het kind te beoordelen door het te relateren aan een referentiegroep: De percentielcurve is beschikbaar voor gewicht en lengte en voor hoofd omtrek. Curven (= percentielcurves) in diagrammen laten zien hoe lang en zwaar kinderen van dezelfde leeftijd gemiddeld zijn (het zogenaamde 50e percentiel).

Als het onderzochte kind op deze curve ligt met zijn of haar lengte en gewicht in het diagram, is 50% van de leeftijdsgenoten zwaarder en groter en is 50% van de leeftijdsgenoten kleiner en lichter dan het kind zelf. Het somatogram toont ook het derde en het 97e percentiel: de stelling “van het kind lichaamsmaten staan ​​op het derde percentiel. “Betekent dat 3% van de leeftijdsgenoten kleiner en lichter is dan de onderzochte baby.

De baby is daardoor relatief klein en licht. Als de baby voldoet aan de criteria van het 97e percentiel, is slechts 3% van de kinderen van dezelfde leeftijd van dezelfde leeftijd en hetzelfde geslacht groter en zwaarder dan de baby zelf, dus de baby is langer en zwaarder dan gemiddeld. De curves zijn een richtlijn voor het observeren van de ontwikkelingsprogressie van de baby.

Ze moeten als een geheel worden beschouwd, dwz als de baby duidelijk en continu boven of onder het 50e percentiel zit, is tussenkomst noodzakelijk. Als er individuele 'uitschieters' zijn in de curve of in de ontwikkeling van het kind, is dit geen reden tot bezorgdheid. De percentielcurves zijn te vinden op de laatste pagina's van het gele kinderopvangboekje.