Naaldselectie | Acupunctuur techniek

Naald selectie

Bij het kiezen van een naald moet men rekening houden met de leeftijd en de constitutie van de patiënt en met de locatie van de naald prik. De internationale norm zijn steriele stalen wegwerpnaalden van 3 cm lang (zonder handvat) en 0.3 mm dik. Een metalen spiraalsteel is voordelig voor extra stimulatie met stroom, anders zijn kunststof handvatten voldoende.

Vooral in het Franse oor acupunctuur, worden ook gouden en zilveren naalden gebruikt. Er zijn verschillende naaitechnieken in acupunctuur. De techniek met één hand en de techniek met twee handen worden genoemd.

In de eerste wordt de naald tussen duim en wijsvinger vastgehouden en in een flits 2-3 mm diep doorboord. De naald wordt onder lichte druk en met een lichte draai naar voren in de onderhuid geduwd. Pas dan begint men te prikkelen door de naald te draaien, op te tillen en te laten zakken en het reeds genoemde "De-Qi-gevoel" teweeg te brengen.

De naald mag daarbij niet verbogen of geknikt worden. Deze methode vereist veel oefening en vaardigheid. Bij de tweehandige techniek wordt de naald met duim, wijsvinger en midden vastgehouden vinger.

De tweede hand strekt, drukt, fixeert of vouwt het te prikken huidgebied. De punt van de naald raakt de huid eerst een beetje en wordt vervolgens met een snelle heen en weer beweging de diepte in geleid. In China, om naalden te sparen, worden in bepaalde gevallen meerdere punten bereikt met slechts één naald.

De ene gaat met de naald van de andere acupunctuur wijs naar een ander zonder de huid opnieuw te beschadigen. De punt van de naald mag de huid nooit op een tweede punt perforeren. De diepte van de steken is afhankelijk van de positie en anatomie van het te behandelen punt.

In wezen is het doel van de steekdiepte om het "De-Qi-gevoel" te bereiken. Het hoogste gebod hier is echter dat een inwendig orgaan, zenuw of bloed vaartuig mag nooit gewond raken en dat mag de dokter nooit prik een regio zonder de anatomie ervan te kennen. De punt van de naald moet altijd naar het zieke gebied wijzen om het naaldgevoel erin te richten.

De prik hoek hangt af van de structuur onder de huid. De injectiehoek van 90 graden is met name geschikt voor spierrijke gebieden. De schuine injectiehoek van ca.

45 graden wordt voornamelijk gebruikt rond voegruimtes. Een tangentiële of horizontale punctie van 15-30 graden wordt gebruikt wanneer het spierstelsel dun is of waar gevoelige anatomische structuren zich onderaan bevinden, bijv. schedel of boven de intercostale ruimtes. Deze techniek wordt ook gebruikt om meerdere te bereiken acupunctuurpunten met één naald.

Afhankelijk van het type naaldbehandeling kan energie worden toegevoegd of onttrokken aan de patiënt. Er wordt onderscheid gemaakt tussen toningtechniek - “Bu” (toning, toevoegen, versterken); versterking van het organisme in staten van deficiëntie en leegte en slecht functioneren - en sedatietechniek - "Xie" (sederen, draineren, verzwakken); bij acute, pijnlijke ziekten, pijnlijke aandoeningen van het bewegingsapparaat of ontsteking).