Maatregelen - wat kunt u doen? | Pesten op de basisschool

Maatregelen - wat kunt u doen?

Het moet zichzelf als natuurlijk vestigen Pesten wordt in elke vorm voorkomen. De situatie moet correct worden ingeschat door ouders en leerkrachten, zodat er enerzijds geen onnodige beschuldigingen zijn en anderzijds geen individuele kinderen of groepen terroriseren. Als een kind met gepaste bezorgdheid naar zijn of haar ouders, leerkrachten of een andere vertrouwenspersoon komt, is het absoluut essentieel dat het probleem serieus wordt aangepakt.

Vaak zijn kinderen tegen de tijd dat ze om hulp vragen, al heel lang het slachtoffer en hebben ze geprobeerd om het pesten uit te houden. Veel kinderen durven helemaal geen hulp te vragen omdat ze bang zijn dat het “snitching” gepaard gaat met een verslechtering van de situatie. Hier is het aan de ouders of leerkrachten om de signalen te herkennen en het betreffende kind actief te benaderen.

Het is belangrijk om op te merken wat er precies is gebeurd op welke plaats, op welk tijdstip en waarom. Met dergelijke aantekeningen is het gemakkelijker om de daders of de ouders van degenen achteraf met hun wangedrag te confronteren. Niet alle ouders zullen reageren op beschuldigingen dat hun kinderen zich slecht hebben gedragen op school.

In het ergste geval kan er echter een advocaat worden ingeschakeld en kan het probleem met juridische middelen worden aangepakt. Elke leerkracht heeft tot op zekere hoogte ook een educatieve functie, die hij of zij ook zou moeten uitoefenen als het om pesten gaat. Pesten slachtoffer bezoekt de leraar of als de leraar direct te weten komt dat er in zijn of haar klas of school gepest wordt, zijn er verschillende opties om verder te gaan. Allereerst moet er een ontmoeting zijn tussen de dader en het slachtoffer, waar het slachtoffer vrijuit kan spreken, beschermd door de leraar.

De reactie van de daders op wat er wordt gezegd, kan de verdere procedure beïnvloeden. Vooral volgers zien vaak af van dergelijke acties wanneer ze direct worden geconfronteerd met het lijden van het pestende slachtoffer. Een volgeling zou niet op eigen initiatief een ander kind gaan pesten, maar doet dit om gezicht te redden in de groep en zelf geen slachtoffer te worden.

Vooral bij kleine kinderen, zoals op de basisschool, kan het gedrag positief worden beïnvloed door verhalen en spelletjes. De leerkracht beschrijft eerst hoe een slachtoffer van pesten zich voelt en beschrijft de gevoelens voor de hele klas zo dicht mogelijk bij de situatie. Vervolgens is er de mogelijkheid om een ​​rollenspel op te nemen waarin een kind de rol van slachtoffer op zich neemt en wordt blootgesteld aan pesten binnen de juiste kaders.

De rol mag niet worden gespeeld door een (voormalig) slachtoffer van pesten, aangezien dit alleen maar tot extra emotionele stress bij het kind zou leiden. Het verdient de voorkeur dat de dader de rol van slachtoffer op zich neemt en zo ziet hoe vreselijk de tegenovergestelde positie in die machtsstructuur is. Op deze manier moet het besef van goed en kwaad worden versterkt en moeten de kinderen worden aangemoedigd om in de toekomst af te zien van nieuwe pesterijen en om het getroffen kind opnieuw in de gemeenschap te integreren.

Deze aanpak moet worden gedragen door het hele onderwijzend personeel, aangezien niet slechts één leraar verantwoordelijk is voor een klas. De betrokkenheid van collega's zorgt ervoor dat de situatie schoolbreed wordt gevolgd. Ook de ouders moeten over de maatregelen worden geïnformeerd. Hun taak zou bijvoorbeeld kunnen zijn om hun kind aan te moedigen.