Influenza (griep): medicamenteuze therapie

Therapeutische doelen

  • Verlichting van ongemak
  • Voorkomen van complicaties

Therapie aanbevelingen

  • Bij personen zonder ernstige secundaire diagnoses is alleen symptomatische therapie vereist:
  • Voorzichtigheid. Acetylsalicylzuur (ASA) mag in geen geval worden gebruikt bij kinderen en adolescenten, omdat er een risico bestaat op het zogenaamde Reye-syndroom. Deze ziekte wordt geassocieerd met hersenen en lever schade en is levensbedreigend voor de getroffen kinderen.
  • antivirale therapie (antivirale middelen) moeten zo vroeg mogelijk worden gegeven: binnen 48 uur na het begin van de eerste symptomen. Er worden vrijwel uitsluitend neuraminidaseremmers gebruikt.
  • Indicaties voor antivirale therapie:
    • Vermoeden van ernstig beloop
    • Verhoogd risico op een ernstig beloop (in geval van reeds bestaande aandoeningen, zwangerschap).
  • Overweeg intramurale opname voor complicaties (bijv. Virale longontsteking) en bij multimorbide en oudere patiënten.
  • Profylaxe na blootstelling (PEP) [zie hieronder].
  • Zie ook onder “Verder therapie'.

Neuraminidase-remmer

Deze drugs voorkomen dat nieuwe virale componenten vrijkomen uit cellen die al met het virus zijn geïnfecteerd en extra cellen infecteren. Het medicijn moet uiterlijk 48 uur na het verschijnen van de eerste symptomen worden gegeven. Het resulteert in een korter en minder ernstig ziektebeloop terwijl het risico op levensbedreigende complicaties wordt verlaagd. Neuraminidaseremmers zijn effectief tegen invloed virustypes A en B.

  • Werkingsmechanisme: remming van virale replicatie → symptoomduur (↓).
  • Uit een recente Cochrane-analyse blijkt dat de middelen weinig effect hebben bij influenza en ook complicaties niet voorkomen
  • Een meta-analyse uit 2015 getuigt van oseltamivir als een specifiek effect, verlichtend invloed symptomen ongeveer een dag eerder. Het risico van lager luchtwegen infecties waarvoor antibiotica nodig zijn therapie werd verminderd met 44% (4.9% versus 8.7%). Het risico op ziekenhuisopname werd met 63% verminderd (0.6% versus 1.7%).
  • Bij gehospitaliseerde patiënten zou de mortaliteit (sterftecijfer) met tweederde kunnen worden verminderd oseltamivir (75 mg tweemaal daags, 5 dagen) vergeleken met niet-behandelde patiënten.

Profylaxe na blootstelling

Profylaxe na blootstelling is het verstrekken van medicatie om ziekten te voorkomen bij personen die niet door vaccinatie tegen een bepaalde ziekte zijn beschermd, maar eraan zijn blootgesteld:

  • Antivirale chemoprofylaxe met antivirale middelen (geneesmiddelen tegen virale infecties) wordt voornamelijk gegeven aan personen met volksgezondheid risico's zoals hierboven beschreven. Gebruik van de drugs zanamivir or oseltamivir moet worden gestart wanneer verhoogd invloed activiteit wordt gedetecteerd en moet vervolgens worden voortgezet tot het einde van de uitbraak.
  • Als bijvoorbeeld een persoon in een huishouden griep krijgt en een andere immuungecompromitteerde persoon als gevolg hiervan wordt blootgesteld, moet de persoon profylactisch worden beschermd door antivirale medicatie te nemen (gedurende 10 dagen).