Intubatie: definitie, redenen, procedure

Wat is intubatie?

Het doel van intubatie is om de functie van de longen te garanderen bij patiënten die niet zelfstandig kunnen ademen. Intubatie is ook een belangrijke maatregel om ervoor te zorgen dat maaginhoud, speeksel of vreemde voorwerpen niet in de luchtpijp terechtkomen. Het stelt artsen ook in staat om veilig anesthesiegassen en medicijnen aan de longen toe te dienen. Afhankelijk van de ervaring van degene die de ingreep uitvoert en de medische omstandigheden zijn er verschillende ingrepen:

  • Intubatie met larynxmasker
  • Intubatie met larynxsonde
  • Glasvezelintubatie

In de ziekenhuisomgeving wordt endotracheale intubatie het meest gebruikt. Bij deze procedure wordt een plastic buisje, een zogenaamde buis, in de luchtpijp van de patiënt ingebracht. Dit gebeurt via de mond of de neus. Zodra de patiënt weer zelfstandig kan ademen, wordt de slang verwijderd via een procedure die extubatie wordt genoemd.

Wanneer wordt intubatie uitgevoerd?

  • Operaties onder algemene anesthesie
  • Ademhalingsfalen (ernstige ademhalingsinsufficiëntie)
  • Coma
  • Hartstilstand met reanimatie (reanimatie)
  • ernstig letsel of zwelling van gezicht of keel met (dreigende) obstructie van de luchtwegen
  • de ventilatie van patiënten die onlangs hebben gegeten of gedronken.
  • ingrepen op het gebied van de buik, borst, gezicht en nek
  • intubatie tijdens de zwangerschap
  • de reanimatie van een patiënt

Wat doe je tijdens intubatie?

Tegelijkertijd injecteert de anesthesioloog de patiënt met een pijnstiller, een slaappil en een medicijn om de spieren te ontspannen. Zodra dit mengsel effect heeft, kan de daadwerkelijke intubatie beginnen.

Endotracheale intubatie

Intubatie via de mond

Bij intubatie via de mondholte (orotracheale intubatie) wordt de slang nu rechtstreeks in de mond ingebracht. Het buisje wordt voorzichtig langs de metalen spatel tussen de stembanden enkele centimeters diep in de luchtpijp geschoven.

Intubatie via de neus

Een andere optie is het inbrengen van de beademingsslang door de neus (nasotracheale intubatie). Na het toedienen van decongestivum-neusdruppels wordt een met glijmiddel bedekt buisje voorzichtig door één neusgat opgevoerd totdat het in de keel ligt. Indien nodig kan een speciale pincet worden gebruikt om de slang verder de luchtpijp in te leiden.

Correctie van de juiste positie

Als er niets te horen is en de patiënt zonder veel druk met de zak kan worden beademd, zou de borstkas nu synchroon moeten stijgen en dalen. Zelfs met de stethoscoop moet er aan beide zijden van de borstkas een stabiel ademhalingsgeluid te horen zijn.

Dit is belangrijk om ervoor te zorgen dat de buis niet voorbij de vertakking van de luchtpijp naar een van de hoofdbronchiën is gevorderd. Dit komt omdat dan slechts één kant van de long, meestal de rechterkant, beademd zou worden.

De metalen spatel wordt verwijderd en het uiteinde van de buis wordt met bijvoorbeeld pleisters aan de wang, mond en neus vastgemaakt om te voorkomen dat deze wegglijdt. De geïntubeerde persoon is nu via slangen verbonden met een beademingsapparaat.

Extubatie

Intubatie met larynxmasker en larynxsonde

Met name in noodsituaties of bij bepaalde verwondingen heeft de arts niet noodzakelijkerwijs de mogelijkheid om de cervicale wervelkolom te hyperstrekken en zich met de intubatieslang een weg naar de luchtpijp te banen. Voor dergelijke gevallen is het larynxmasker ontwikkeld.

Intubatie met een larynxbuis werkt volgens een soortgelijk principe. Ook hier is de slokdarm geblokkeerd, maar met een blind, afgerond buisuiteinde. Verderop zorgt een opening boven het strottenhoofd voor gasuitwisseling.

Glasvezelintubatie

  • heeft slechts een kleine mondopening
  • heeft beperkte mobiliteit van de cervicale wervelkolom
  • lijdt aan een ontsteking van de kaak of losse tanden
  • heeft een grote, onbeweeglijke tong

Het verschil tussen deze en normale intubatie is dat hier de behandelend arts eerst met een zogenaamde bronchoscoop de juiste weg door het neusgat maakt. Dit dunne en flexibele instrument heeft een beweegbare optiek en een lichtbron.

Wat zijn de risico's van intubatie?

Tijdens de intubatie kunnen verschillende complicaties optreden, vooral in noodsituaties. Bijvoorbeeld:

  • Schade aan de tanden
  • Slijmvliesletsel in de neus, mond, keel en luchtpijp, wat tot bloedingen kan leiden
  • Blauwe plekken of scheurtjes in de keel of lippen
  • Verwondingen aan het strottenhoofd, vooral de stembanden
  • Overmatige inflatie van de longen
  • Inademing van maaginhoud
  • Verkeerde plaatsing van de buis in de slokdarm
  • Hoest
  • Braken
  • Spanning van de larynxspieren
  • verhoging of verlaging van de bloeddruk
  • Hartritmestoornissen
  • Arrestatie van de luchtwegen

Vooral bij langdurige intubatie kan irritatie en beschadiging van het slijmvlies van de luchtpijp, mond of neus optreden.

Waar moet ik op letten na intubatie?