Geschiedenis | Duikziekte

Geschiedenis

Het verband tussen druk en de oplosbaarheid van gassen in vloeistoffen werd al in 1670 gelegd door Robert Boyle, maar pas in 1857 stelde Felix Hoppe-Seyler de theorie van gas vast. embolie als oorzaak van decompressieziekte. Er is toen verder onderzoek gedaan naar de duikdiepte en duiktijd. Het was echter pas in 1878 dat Paul Bert's eerste leerboek voor duikers werd gepubliceerd, waarin hij een decompressietijd van 20 minuten per dag aanbeveelde. bars van drukverlichting moet worden gehandhaafd.

Deze aanbeveling was geldig voor de komende 30 jaar. John Scott-Haldane ontdekte door experimenten met schapen dat er verschillende weefsels zijn die met verschillende snelheden stijgen en dalen. Hij was de eerste die decompressietabellen voor de verschillende weefselklassen publiceerde.

Zijn tafels gingen echter slechts naar een diepte van 58 meter. Deze tabellen vormden de basis voor onderzoek voor de komende 25 jaar. Haldane had een heel eenvoudig model als basis voor zijn tafels genomen.

Hij ging ervan uit dat de mate van verzadiging of desaturatie alleen afhankelijk was van de bloed stromen. In de jaren die volgden is er onderzoek gedaan om het geheel te verfijnen en om grotere diepten te berekenen. 1958 waren de meest voorkomende tabellen die van de Amerikaanse marine.

Ze waren gebaseerd op 6 weefselklassen en variabele verzadigingsfactoren. De duiktabellen werden uiteindelijk vervangen door duikcomputers, die veel complexer waren in het registreren van de duikprocessen. Maar zelfs de computers kunnen niet alle risico's uitsluiten, want zelfs zij kunnen niet alle complexe processen in het lichaam vastleggen. Er zijn momenteel onderzoeken gaande om de vorming van microbellen beter te beheersen.