Burning Mouth Syndroom

Brandend mond syndroom (BMS) - in de volksmond genoemd brandend mond en tong syndroom - (synoniemen: glossalgia, glossodynia, glossopyrosis; stomatopyrosis; ICD-10-GM K14.6: glossodystrophy) wordt gekenmerkt door ongevoeligheid van de tong of mondeling slijmvlies, inclusief de lippen. Het omvat ook ongemak zoals jeuk of tintelingen in de mond.

Brandend mond syndroom telt als orofaciaal pijn syndroom.

Geen wijzigingen in de tong of mondeling slijmvlies kan worden geïdentificeerd in het syndroom van brandende mond, aangezien deze term uitsluitend verwijst naar de idiopathische vorm. De ziekten die onder differentiële diagnoses worden vermeld, moeten worden uitgesloten voordat de diagnose brandend mondsyndroom wordt gesteld. Als de ziekte aanwezig is als oorzaak van een brandende mond, wordt dit secundaire BVK genoemd. Voordat de diagnose primaire BVK wordt gesteld - het eigenlijke brandend mondsyndroom - moet secundaire BVK altijd worden uitgesloten.

Primaire BMS, die wordt geassocieerd met branden en pijn van de slijmvlies, houdt gewoonlijk meer dan 4 tot 6 maanden aan en komt bijna dagelijks voor.

Geslachtsverhouding: vrouwen worden significant vaker getroffen dan mannen (3.5-13: 1).

Frequentiepiek: de ziekte komt voornamelijk voor tussen het 45e en 50e levensjaar.

De prevalentie (ziektefrequentie) is ongeveer 5% (in Duitsland); wereldwijd 0.7-15%.

Verloop en prognose: Burning mouth syndrome kan optreden als een begeleidend symptoom van algemene ziekten of ook bij veranderingen in het mondslijmvlies. Het branderige gevoel wordt meestal gevoeld in het voorste tweederde deel van de tong, in het voorste deel van het harde gehemelte en in de onderlip. Naarmate de dag vordert, neemt het ongemak meestal toe. Tijdens het eten verbetert de ongevoeligheid. Vaak zijn er parallelle storingen van de smaak gevoel en de speekselvloed.

Comorbiditeit (bijkomende ziekten): de meeste patiënten met BVK hebben ook psychische of psychiatrische stoornissen (angst, Depressie).