ferritine

Definitie - Wat is ferritine?

Ferritine is een eiwit dat een belangrijke rol speelt in de controlecyclus van ijzer metabolisme. Ferritine is het opslagproteïne van ijzer. IJzer is giftig voor het lichaam als het als een vrij molecuul in de bloed, dus het moet gebonden zijn aan verschillende structuren.

IJzer is functioneel gebonden in hemoglobine, het rood bloed pigment, waar het belangrijk is voor zuurstoftransport. Het resterende ijzer wordt opgeslagen in ferritine. De ferritine zelf wordt voornamelijk opgeslagen in de lever cellen, ook in de milt en beenmerg. Ferritine wordt echter ook in andere organen aangetroffen, zoals de hart- en hersenen, waar het niet als een zuivere ijzeropslag dienst doet.

Wat zijn normale ferritinewaarden (standaardwaarden)?

De standaardwaarden voor ferritine variëren naar leeftijd en geslacht. Voor mannen zijn de limieten iets hoger dan voor vrouwen: tussen 18 en 50 jaar moet de waarde tussen 30 en 300 ng / ml liggen, daarna tussen 5 en 660 ng / ml. Voor vrouwen ligt het normale bereik tussen 20 en 110 ng / ml tussen de 16 en ongeveer 50 jaar, waarna de ferritinewaarde tussen 15 en 650 ng / ml moet zijn. Pasgeborenen en zuigelingen hebben een normaal bereik voor ferritine van 90 tot 630 ng / ml, met toenemende leeftijd daalt het normale bereik eerst tot 40 tot 220 ng / ml.

Redenen om ferritine in bloed te bepalen

Ferritin moet worden bepaald in de bloed als bestaande klachten wijzen op een ferritinewaarde buiten het normale bereik. Ferritine kan zowel te hoog als te laag zijn. Beide afwijkingen hebben aanvankelijk zeer niet-specifieke symptomen gemeen, resulterend in vermoeidheid, uitputting en verminderde fysieke prestaties.

A ferritine-deficiëntie gaat meestal gepaard met ijzertekort bloedarmoede (Bloedarmoede). IJzer en de andere stoffen die hierbij betrokken zijn ijzer metabolisme (hemoglobine = rood bloedpigment, erytrocyten = rode bloedcellen, transferrine = ijzertransporteiwit) worden meestal ook buiten hun normale waarden gewijzigd. Verdere aanwijzingen hiervoor bloedarmoede kan worden uitgesproken bleekheid, toegenomen bevriezing en slaapstoornissen, hoofdpijn en tachycardie (hartkloppingen).

In dit geval moet niet alleen het ijzergehalte maar ook het ferritine worden bepaald. Het ijzer geeft informatie over het momenteel bruikbare ijzergehalte. Als het ferritine extra wordt verlaagd, duidt dit op een langdurige werking ijzertekort, want ook de ijzervoorraden worden geleegd.

Ferritine moet ook worden bepaald als er aanwijzingen zijn voor een ijzerstapelingsziekte. Deze worden geassocieerd met zeer hoge ferritinespiegels en kunnen tot gevaarlijk leiden lever schade op lange termijn. Ze bevorderen ook de ontwikkeling van lever tumoren, daarom moet de ferritinewaarde worden bepaald als er een vermoeden bestaat.