Droge ogen-syndroom (Keratoconjunctivitis Sicca): diagnostische tests

Er worden verschillende tests gebruikt om te bepalen of keratoconjunctivitis sicca (droge ogen) aanwezig is:

  • Schirmer-test (traanafscheidingstest): meting van de hoeveelheid traanproductie; hiervoor wordt een 5 mm brede en 35 mm lange strook filtreerpapier (lakmoespapier) in de conjunctivale zak aan de buitenste hoek van de ooglid en bevochtiging wordt gemeten; na 5 minuten is de afstand die de traanvocht heeft gereisd in de papieren strook wordt gelezen) - om het aantal scheuren te controleren [waarden ≤ 5 mm zijn zeker pathologisch / ziek].
  • Onderzoek van de samenstelling van de traanvloeistof
  • Beoordeling van het hoornvliesoppervlak, ooglid positie en traanklieren.
  • Opbreken van de traanfilm (TFBUT); ook MAAR na opbreken) - maat voor traanfilmstabiliteit; voor dit doel wordt de traanfilm gekleurd fluoresceïne​ dan wordt de traanfilm door de spleetlamp bekeken en wordt de tijd gelijktijdig gemeten. Op deze manier is het mogelijk om te zien wanneer de traanfilm breekt. De normale tijd is tussen de 20-30 seconden bij een gezond oog. Natuurlijk pathologisch (pathologisch) zijn waarden onder de 10 seconden.
  • Knipperfrequentie (tijdens spraak (15 ± 13 knipperingen / minuut) en lezen (5 ± 4 knipperingen / minuut) [typisch voor patiënten met droge ogen zijn verkorte intervallen tussen knipperingen van ongeveer 6 seconden tot 2.6 seconden].

Normale waarden voor de tests (zie hierboven).

Tests Standaard waarden
Schirmer-test > 5 mm
Het uiteenvallen van de traanfilm 15/min
Knippertempo > 20 sec