Botbreuk: chirurgische therapie

Indicaties voor chirurgische therapie:

  • Vaat- en zenuwletsel
  • Gewrichtsfracturen met stapvorming
  • Onherleidbare fracturen en dislocaties (dislocaties).
  • Manifest compartimentsyndroom
  • Open letsel / breuk; bij tibia / fibula (tibia / fibula) fracturen is het risico op infectie significant hoger dan bij andere locaties

Eigenlijk, bot fractuur therapie volgt het principe: reductie - retentie - follow-up. Als er een is breuk bij ontwrichting van de fractuuruiteinden moet het bot worden teruggebracht naar de anatomisch correcte positie. Als reductie niet kan worden bereikt door tractie of tegentractie omdat weke delen verwondingen of gewrichtsbetrokkenheid aanwezig is, is meestal een operatie vereist. Retentie omvat fixatie en immobilisatie van het gebroken bot. Dit wordt bijvoorbeeld bereikt door middel van een gips gips. Postoperatieve behandeling heeft tot doel de functionaliteit te herstellen en omvat bijvoorbeeld revalidatiemaatregelen.

chirurgisch breuk behandeling wordt voornamelijk uitgevoerd voor gecompliceerde fracturen. Indicaties zijn weke delen verwondingen, open fracturen (gebroken botten), enz. Chirurgische ingreep maakt het gebruik van verschillende AIDS, bijv. in reductie (schroeven, platen, etc.). De exacte methoden en mogelijkheden zijn zeer uitgebreid en worden hier niet in detail beschreven. De volgende lijst geeft een globaal overzicht van operatieve procedures:

  • Plate osteosynthese
  • Schroef osteosynthese
  • Intramedullair spijkeren
  • Osteosynthese van de spanband
  • Fixators extern
  • Vergrendelende spijker

Risico's van chirurgische therapie:

  • Infectie
  • Vaat- en zenuwletsel
  • Risico op anesthesie
  • Wondgenezingsstoornissen