Oogzenuw: functie en structuur

Wat is de oogzenuw?

Net als het netvlies maakt de oogzenuw deel uit van de hersenen. Het is ongeveer vier tot vijf centimeter lang en begint bij de optische schijf in het oog (discus nervi optici). Dit is een witachtig, schijfvormig gebied aan de achterkant van het oog waar de zenuwuiteinden van het netvlies (netvlies) samenbundelen om de oogzenuw te vormen. Daar, aan de achterste pool van het oog, bevindt zich een opening van ongeveer drie en een halve millimeter groot waardoor de oogzenuw door de sclera (witte sclera van het oog) kan gaan.

Het zijn echter niet alleen de zenuwuiteinden van het netvlies die zich verzamelen in de optische schijf (oog) – het is ook waar de netvliesvaten binnenkomen en vertrekken in een holte in het midden. Om deze reden is er op dit moment geen zicht (geen fotoreceptoren). Artsen spreken daarom ook van de ‘blinde vlek’.

De zenuwvezels die uit het perifere gebied van het netvlies komen, bevinden zich ook in de oogzenuw in het perifere gebied. De vezels van het centrale netvliesgebied en de macula (het gebied met het scherpste zicht) lopen in de oogzenuw. Alle zenuwvezels in de oogzenuw zijn omgeven door beschermende myelinescheden.

Optische zenuwverbinding

In de schedelholte vóór de hypofyse komen de oogzenuwen van de twee ogen samen en vormen een optische zenuwverbinding (optisch chiasme). De zenuwvezels in de twee oogzenuwen zijn echter slechts gedeeltelijk gekruist: de vezels die uit de middelste (nasale) helften van het netvlies komen, zijn gekruist; de vezels die uit de buitenste (temporale) retinale gebieden komen, zijn niet gekruist.

Dit betekent dat na het kruisen de vezels van de linker retinale hemisferen van beide ogen naar de linker hersenhelft bewegen, en de vezels van de rechter retinale hemisferen naar de rechter hersenhelft.

Na het kruisen van de twee oogzenuwen spreken artsen van de ‘tractus opticus’.

De functie van de oogzenuw bestaat voornamelijk uit het overbrengen van de elektromagnetische (licht)impulsen die het netvlies raken naar het visuele centrum in de hersenschors. Daar wordt de informatie die uit de ogen komt, verwerkt tot een beeld.

Sommige vezels van het optische kanaal zijn ook belangrijk voor de pupilreflex: normaal gesproken zijn beide pupillen even breed. Wanneer sterker licht op één oog valt, vernauwt de pupil zich niet alleen in dat oog, maar tegelijkertijd ook in het andere, niet-verlichte oog.

Welke problemen kan de oogzenuw veroorzaken?

Bij schade in het gebied van de tractus opticus is er sprake van gezichtsveldverlies (scotoom) in de aangetaste helft van het netvlies in beide ogen (homonymous hemianopsie). Schade aan het optische chiasma resulteert in heteronieme hemianopsie: het gezichtsveldverlies beïnvloedt ofwel de laterale helft (richting de slaap) of de mediale helft (richting de neus) in beide ogen.

Optische neuritis (ontsteking van de oogzenuw) leidt tot slechtziendheid en kan ook tot blindheid leiden.

Bij optische atrofie gaan optische zenuwvezels verloren – hetzij in slechts één oogzenuw, hetzij in beide oogzenuwen. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren als gevolg van een verwonding of optische neuritis, of het gevolg zijn van medicatie, nicotine of laagwaardige alcohol. Verhoogde druk (bijvoorbeeld bij tumorziekte of “hydrocephalus”) kan ook de oogzenuw zodanig beschadigen dat zenuwvezels afsterven.