Bijvoet: effecten en bijwerkingen

De plant komt oorspronkelijk uit de gematigde klimaten van Europa en Azië; het is genaturaliseerd in Noord-Amerika. Het groeit voornamelijk op puinplaatsen, braakliggende terreinen, heggen, spoordijken en rivieroevers. De drugs, bijvoet kruid of Artemisiae herba, komt uit wilde bronnen in Oost-Europa.

Bijvoet: welke delen van de plant hebben medicinale toepassingen?

Meestal worden de bladeren of bovengrondse delen van de plant (Artemisiae herba) als medicijn gebruikt. Af en toe vinden de wortels ook toepassing.

Typische kenmerken van bijvoet

Bijvoet is een overblijvend kruid dat kan groeien tot 1 m hoog. De bladeren zijn sterk ingesneden; ze zijn donkergroen aan de bovenkant, zilverachtig en harig aan de onderkant.

De plant draagt ​​onopvallende gele tot roodbruine bloemhoofdjes, die zich in een eindpluim bevinden.

Wat maakt de remedie?

Als medicijn gebruikt men meestal de 60-70 cm lange scheutuiteinden, die tijdens de bloeiperiode worden verzameld. Het afgesneden medicijn bevat vaak lancetvormige, volledig gerande of getande bladpunten. De afzonderlijke bladstukken vertonen aan de bovenzijde een donkere tot zwartgroene kleur en de onderzijde is zilverachtig en viltig behaard. De haren zorgen voor een klonterige samenhang van de afzonderlijke bladfragmenten.

Ook onderdeel van het medicijn zijn veel eivormige bloemhoofdjes met kelkbladeren gerangschikt als dakpannen en gele tot roodachtige bloemen. in tegenstelling tot alsem, de bloeiwijze basis is onbehaard.

Hoe ruikt en smaakt bijvoet?

Bijvoet kruid geeft een vrij aangename, aromatische geur af. Smaak-gewijs, bijvoetkruid is pittig en licht bitter.