Welk antibioticum werkt het beste tegen E. coli? | Escherichia coli - E.coli

Welk antibioticum werkt het beste tegen E. coli?

DNA-synthese is ook het doelwit van verschillende antibiotica​ Het gecombineerde preparaat Cotrimoxazol (Cotrim®) bevat twee actieve ingrediënten die samen de DNA-synthese in E. coli voorkomen. Naast deze vaak gebruikt antibiotica, zijn er een aantal zelden gebruikte antibiotica met verschillende effecten. Sommige stammen van E. coli bacteriën beschikken nu over een aantal weerstandsmechanismen. Deze voorkomen de bacteriën van worden gedood door bepaalde antibiotica​ Om erachter te komen wat het meest effectieve antibioticum is, wordt daarom vaak eerst een resistentietest uitgevoerd.

Toxine-producerende E. coli

Er bestaan ​​een aantal verschillende stammen van E. coli. Sommige van deze stammen produceren gifstoffen. Dit zijn gifstoffen die schadelijk kunnen zijn voor mensen.

Toxine-producerende E. coli-stammen behoren daarom tot de zogenaamde pathogene, dat wil zeggen ziekteverwekkende E. coli. Enterohemorrhagische E. coli (EHEC) werd bijvoorbeeld in 2011 bekend door een epidemie. Deze soort maakt de zogenaamde verotoxines aan.

Verotoxines beschadigen menselijke cellen. Hoewel de EHEC bacteriën blijven in de darm, de door hen geproduceerde gifstoffen komen in de bloedbaan terecht. Dit leidt tot bloederig diarree.

In ernstige gevallen, nier schade of bloedarmoede zijn ook het resultaat. Naast EHEC zijn er nog een aantal andere toxineproducerende stammen. Deze omvatten de enterotoxische E. coli (ETEC).

Ze produceren twee verschillende gifstoffen, waarvan er één alleen wordt gedeactiveerd bij temperaturen boven 100 ° C.Beide gifstoffen veroorzaken een enorme hoeveelheid water diarree​ Veel van de door E. coli geproduceerde toxines lijken qua structuur en werkingsmechanisme sterk op andere bacteriële toxines. Een van de door ETEC geproduceerde gifstoffen is bijvoorbeeld voor ongeveer 80% vergelijkbaar in structuur met de cholera toxine.

Cholera toxine veroorzaakt ook waterige diarree. Bacteriën van het type E. coli kunnen delen van hun DNA met elkaar uitwisselen. Dit omvat ook DNA-secties waarin verschillende toxines zijn gecodeerd. Als gevolg hiervan kan het vermogen om gifstoffen te produceren zich over populaties verspreiden of tussen stammen springen.