Volleybal: klassieker in populaire sporten

Er wordt altijd gezegd dat je lang moet zijn om succesvol volleybal te spelen. Deze wijdverbreide mening is echter een misvatting. Hoewel aanvallen en blokkeren voordelen heeft om niet te kort te zijn, kunnen zelfs mensen onder de 6 meter uitstekende volleyballers worden. Volleybal is een teamsport. Zijn geschiedenis is jong. Pas aan het einde van de 19e eeuw is volleybal ontwikkeld als alternatief voor het populaire basketbal in de VS.

Regels en tactieken

In deze sport spelen twee teams van elk zes personen tegen elkaar. De regels zijn vrij simpel. Het speelveld wordt gescheiden door een 2.43 meter (heren) of 2.24 meter (dames) hoog net. Binnen het eigen speelveld is het doel, volgens de regels, om de bal van de tegenstander te ontvangen. De geaccepteerde bal wordt vervolgens naar de passspeler gespeeld en vervolgens met een aanvallend schot in het veld van de tegenstander geslagen, zodat het andere team het niet kan accepteren. Als dit lukt, krijgt het aanvallende team een ​​punt en de volgende opslag. Bij volleybal, als een team eenmaal de service heeft herwonnen, roteert dat team van positie. Dus theoretisch moet in volleybal elke speler elke positie kunnen spelen.

In amateur- en professionele teams vinden positieveranderingen echter plaats onmiddellijk na de opslag, wanneer de bal zich op de helft van de tegenstander bevindt. Servers zijn dan weer terug op het net na deze wijziging en aanvallers vallen aan. Deze tactiek heeft het voordeel dat elke speler zich op één positie kan specialiseren. Grotere spelers nemen bijvoorbeeld meestal de aanvallende posities in, terwijl kleinere maar misschien technisch schonere spelers de bal doorgeven om aan te vallen. Deze aanpak maakt volleybal niet alleen een sport waarbij je snel en fit moet zijn, maar waar ook strategische overwegingen nodig zijn. Er moet altijd rekening worden gehouden met de bewegingen in het veld van de tegenstander en bijvoorbeeld ook met hun wissels.

Volleybal: fitness is vereist

Volleybal is niet alleen populair bij spelers, maar ook bij toeschouwers, omdat de bewegingen er erg elegant uitzien en met een zeker gemak komen, afhankelijk van het spelniveau. Wat er echter zo gemakkelijk uitziet, is vaak het resultaat van jarenlange training en perfecte techniek, en dat is waar het bij volleybal om gaat. Wanneer volleybal op professioneel niveau wordt gespeeld, worden veel spieren van het menselijk lichaam gebruikt. Afhankelijk van lichaamsgewicht en geslacht varieert het calorieverbruik van 200 tot 300 calorieën per uur. In vergelijking met andere sporten is dit relatief weinig. Als je de vereiste sprint en krachttraining, krijg je ongeveer twee keer zoveel calorieën. Krachttraining in het arm- en schoudergebied is vooral belangrijk voor de volleybalsport, omdat snel-vliegen ballen moeten worden vertraagd en teruggeslagen. Ook de springspieren mogen niet worden verwaarloosd. Immers, menig sprong naar het net kan beslissende punten in een volleybalwedstrijd bepalen. Volleybal gaat ook over snelheid. Snelle naderings- en sprintoefeningen worden daarom aanbevolen. Uithoudingsvermogen training mag niet worden verwaarloosd, hoewel het lang niet zo belangrijk is als in andere sporten met een hoger aandeel van lopend​ Hier is het echter voldoende om een ​​kwartier voor de wedstrijd of training te joggen zodat het lichaam dat kan opwarmen.