Visueel waarnemingsvermogen | Ontwikkeling in de vroege kinderjaren

Visueel waarnemingsvermogen

Direct na de geboorte: hier zitten de oogjes van de baby meestal nog aan elkaar vastgelijmd. De baby kan echter al onderscheid maken tussen licht en donker. Zelfs korte contouren en bewegingen kunnen worden herkend.

Het zicht is nog steeds wazig. Zelfs als het zicht van de baby nog niet volledig is ontwikkeld, kan hij of zij al vroeg verschillende geuren compenseren. Het vindt dus in het begin vooral de moederborst.

Pasgeborenen kunnen licht of gezichten fixeren. 1e levensmaand: Langzaam kunnen objecten ook worden gerepareerd. In de eerste twee maanden van het leven komt het vaak voor dat baby's scheel.

Dit zou niet tot onzekerheid moeten leiden, maar is heel normaal, aangezien de baby de oogbewegingen nog niet goed kan controleren. 2e levensmaand: Nu begint hij gezichten van elkaar te onderscheiden en objecten met zijn ogen te volgen. 4e levensmaand: aan het einde van deze maand kunnen baby's voorwerpen en gezichten op afstand repareren en ook leren afstanden in te schatten.

Oogbewegingen worden nu meer gecontroleerd en strabismus verdwijnt geleidelijk. 5e levensmaand: Vanaf nu kan een baby ongeveer even goed zien als een volwassene. De baby blijft de mond om de omgeving te verkennen. 6e levensmaand: vanaf nu krijgt de baby een driedimensionale indruk van de wereld. Begrijpen en coördinatie bevinden zich nu in een stadium waarin de baby voorwerpen kan pakken.

Akoestische opmerkzaamheid

Het ongeboren kind neemt stemmen, geluiden of muziek al in de baarmoeder waar en reageert daarop. Na de geboorte is de stem van de moeder hem bekend. Tussen de derde en de 10e levensdag vindt een gehoorscreening plaats als onderdeel van het U2 preventief kindonderzoek.

Als dit opvalt en a gehoorverlies wordt gedetecteerd bij het kind, gehoor AIDS zal indien mogelijk vroeg worden aangepast, aangezien horen essentieel is voor taal leren. In de tweede levensmaand is het gehoor nog niet volledig ontwikkeld. Desalniettemin neemt het geluiden waar en kan het ernaar kijken of zelfs zelf geluiden maken. Tegen de vierde levensmaand kan het de richtingen onderscheiden waaruit de geluiden komen. Tegen het einde van de 5e levensmaand zal de baby uiteindelijk net zo goed horen als volwassenen.