Verminderde wondgenezing: oorzaken, frequentie, behandeling

Kort overzicht

  • Symptomen: verstoord genezingsproces, blauwe plekken, bloedingen, pusvorming, pijn, soms koorts.
  • Oorzaken en risicofactoren: Ontoereikende wondverzorging, reeds bestaande aandoeningen, leeftijd, nicotinegebruik, ondervoeding
  • Onderzoeken en diagnose: Lichamelijk onderzoek, bloedonderzoek, soms beeldvorming of biopsie
  • Behandeling: professionele wondverzorging en hygiëne, debridement, pijnbestrijding, antibiotica indien nodig, behandeling van reeds bestaande aandoeningen
  • Preventie: passende initiële behandeling van de wond, behandeling van reeds bestaande aandoeningen, onthouding van nicotine.

Wat is een wondgenezingsstoornis?

Een wond is een breuk van aangrenzend weefsel op het externe of interne oppervlak van het lichaam. Als een wond niet of slecht geneest, wordt er gesproken van een wondgenezingsstoornis. Het wordt onder meer gekenmerkt door blauwe plekken, ophoping van wondafscheidingen onder een wond, wondscheuren en vooral infecties.

Wondgenezing

Over het complexe genezingsproces van een wond kun je lezen in het artikel Wondgenezing.

Wat zijn de symptomen?

Het belangrijkste symptoom van een wondgenezingsstoornis is het wonddefect. De wond geneest niet, de huid keert niet terug naar zijn normale toestand. Dit gaat vaak gepaard met pijn en bloedingen.

Bij een wondinfectie is de wond rood, oververhit en stinkt. De wondafscheiding neemt aanzienlijk toe en er treedt (druk)pijn op. In sommige gevallen zwellen de omliggende lymfeklieren pijnlijk op als teken van de immuunreactie. Als er ook koorts optreedt, is dit een mogelijke aanwijzing voor een gevaarlijke bloedvergiftiging (sepsis).

Wat kan de oorzaak zijn van een wondgenezingsstoornis?

Lokale oorzaken

De belangrijkste lokale risicofactor voor een wondgenezingsstoornis zijn ongunstige wondomstandigheden. Vooral brede, gekneusde, droge of vuile wonden, die ook geïnfecteerd kunnen zijn, genezen meestal slecht. Als zich pus of een blauwe plek vormt, bemoeilijkt dit het genezingsproces verder. Bovendien genezen gladde sneden meestal beter dan bijtwonden, kleine en oppervlakkige wonden beter dan grote en diepe wonden.

Systemische oorzaken

Systemische oorzaken zijn factoren die de wondgenezing fundamenteel belemmeren. Het kan hierbij bijvoorbeeld gaan om eerdere ziektes of leeftijd, maar ook om een ​​ongezond voedingspatroon, nicotinegebruik of het gebruik van bepaalde medicijnen.

Reeds bestaande voorwaarden

Huidziekten, chronische pijnstoornissen, stoornissen van het immuunsysteem, ernstige infecties, tumoren en de behandeling ervan met bestraling en chemotherapeutische middelen, evenals hoge bilirubine- en ureumwaarden, bloedarmoede en uitdroging belemmeren ook de wondgenezing.

Leeftijd

Op oudere leeftijd genezen wonden doorgaans slechter dan op jongere leeftijd. Dit is soms te wijten aan het vaker voorkomen van bijkomende ziekten.

Roken

Roken is een belangrijke risicofactor voor slecht genezende wonden. Uit één onderzoek bleek dat 50 procent van de rokers, vergeleken met 21 procent van de niet-rokers, na een operatie last heeft van wondgenezingsproblemen.

Voeding

Wonden genezen slecht als eiwitten en hun componenten, aminozuren, ontbreken voor weefselherstel. Eiwittekort ontstaat soms ook doordat de lever bijvoorbeeld niet genoeg eiwit aanmaakt of als gevolg van een kwaadaardige tumorziekte.

Medicijnen

Ook is voorzichtigheid geboden bij medicijnen die soms direct of indirect het genezingsproces vertragen. Deze omvatten bijvoorbeeld corticosteroïden, kankermedicijnen, psychotrope geneesmiddelen en anticoagulantia.

Of een wond na de operatie goed geneest, hangt niet alleen af ​​van de vaardigheid van de chirurg, maar ook van de postoperatieve wondverzorging en verpleging. Een wond zal na de operatie niet genezen als de houding van de patiënt wordt verwaarloosd. Als de patiënt voortdurend op de wond ligt, zal de aanhoudende drukbelasting leiden tot een wondgenezingsstoornis.

Er bestaat ook een risico op wondgenezingsstoornissen na bijvoorbeeld het trekken van tanden. Als algemene regel geldt dat vooral lange operaties en veel bloedverlies tijdens de operatie een wondgenezingsstoornis bevorderen.

Hoe wordt een wondgenezingsstoornis gediagnosticeerd?

Specialisten op het gebied van wondgenezingsstoornissen zijn met name dermatologen voor oppervlakkige wonden en chirurgen voor inwendige wonden. In eerste instantie zal de arts onder meer de volgende vragen stellen:

  • Hoe heeft de wond zich ontwikkeld?
  • Heeft u last van pijn of koorts?
  • Is de wond inmiddels beter genezen?
  • Heeft u al wondgenezingsproblemen ervaren?
  • Zijn er reeds bestaande aandoeningen bekend?
  • Heeft u reacties gehad op de wondbehandeling (waaronder allergische reacties)?

Afhankelijk van hoe lang het duurt voordat een wond geneest, wordt de wond acuut of chronisch genoemd. Vragen naar koorts en het meten van de lichaamstemperatuur zijn belangrijk voor het vroegtijdig opsporen van mogelijke sepsis.

Het is ook belangrijk om de toestand van de wond te beoordelen. Hiervoor zoekt de arts onder meer naar pus, roodheid en dood weefsel. Zo beoordeelt hij of de wond aseptisch (kiemvrij), besmet of septisch (geïnfecteerd) is. Ten slotte zal hij voor therapeutische en prognostische doeleinden globaal de fase van de wondgenezing bepalen.

Bij grotere en ernstigere wondgenezingsstoornissen zijn verdere onderzoeken noodzakelijk.

Bloedonderzoek

Imaging

Voor diepere en inwendige wonden, evenals vermoedelijke vreemde voorwerpen of botbreuken, wordt beeldvorming uitgevoerd als onderdeel van de diagnose van de wondgenezingsstoornis. Bij oppervlakkige wonden is meestal een echografisch onderzoek voldoende. Als de wond niet oppervlakkig is, wordt de omvang ervan geschat met behulp van computertomografie (CT), magnetische resonantiebeeldvorming (MRI) of röntgenfoto's.

Wonduitstrijkje/biopsie

Als het vermoeden bestaat dat de wond een tumorachtig proces is, verwijdert de arts het wondmateriaal voor (histo-)pathologisch onderzoek (biopsie).

Differentiële diagnose

Een belangrijke alternatieve diagnose voor een wondgenezingsstoornis is pyoderma gangrenosum, die vaak voorkomt in verband met reumatoïde artritis, chronische darmziekten, ziekten van het hematopoëtische systeem en wanneer het immuunsysteem door medicatie wordt onderdrukt. Meestal bevindt het zich op de benen.

Hoe wordt een wondgenezingsstoornis behandeld?

Een wondgenezingsstoornis vereist een specifieke behandeling om ernstige gevolgen te voorkomen. Zorg voor gecompliceerde wondgenezingsstoornissen wordt idealiter verleend in een gespecialiseerd wondcentrum.

De oorzaak aanpakken

Een aantal oorzaken van wondgenezingsstoornissen kunnen op zijn minst gedeeltelijk worden uitgeroeid. Als diabetes mellitus bijvoorbeeld leidt tot wondgenezingsstoornissen, is het belangrijk om dit met medicijnen optimaal onder controle te houden.

Wondhygiëne

Het doorslaggevende doel van lokale therapie is het mogelijk maken van een probleemloos genezingsproces en het voorkomen van schadelijke invloeden. Wondhygiëne speelt een zeer belangrijke rol, niet alleen in de wond zelf, maar ook aan de wondranden en in de directe omgeving.

Om lokale reacties te voorkomen, moeten agressieve irrigatieoplossingen worden vermeden. Alleen preparaten die zijn goedgekeurd voor directe wondtoepassing zijn geschikt. Wanneer jodium wordt gebruikt, bestaat het risico dat dit celdood veroorzaakt. Het moet daarom met voorzichtigheid worden gebruikt, vooral bij de initiële behandeling.

debridement

Dit is vooral aangewezen bij sterke tekenen van ontsteking, systemische infecties, grote plaques en veel dood weefsel. Vervolgens wordt alles verwijderd totdat er gezond weefsel aan de oppervlakte zit. Dit leidt onder meer tot een betere zuurstoftoevoer naar de wond.

Chirurgische ingrepen als gevolg van een wondgenezingsstoornis omvatten het opruimen van gaatjes met wondafscheiding of grotere kneuzingen en, in ernstige gevallen, het (gedeeltelijk) amputeren van lichaamsdelen, zoals een teen. Bij wondinfecties is het soms nodig om de wond opnieuw te openen.

Wondcoatings kunnen ook worden opgelost door kunstmatige enzymen, bijvoorbeeld in de vorm van collagenasezalven.

Wondverband

Moderne interactieve verbandmaterialen zoals hydrogels, alginae of schuimverbanden zorgen voor een gunstig, vochtig microklimaat, waardoor bindweefsel en huidcellen zich kunnen vermenigvuldigen. Tegelijkertijd wordt meestal voorkomen dat de nieuwe huidcellen zich aan het verband hechten. In ernstige gevallen wordt een wondgenezingsstoornis bovendien behandeld met wonddrains of vacuümafdichting.

antibiotica

Pijnbehandeling

Een wondgenezingsstoornis gaat soms gepaard met aanzienlijke pijn, die in ernstige gevallen een behandeling met opiaten vereist. Oppervlakte-anesthesie wordt soms in het wondgebied gebruikt om de huid en weefsels te verdoven.

Andere procedures

Versnel de wondgenezing

Het genezingsproces van een wond kan worden ondersteund. Lees het artikel over wondgenezing om erachter te komen hoe.

Wat is het beloop van een wondgenezingsstoornis?

Als een optimaal wondmilieu wordt bereikt en de oorzaak wordt geëlimineerd, is de prognose voor een wondgenezingsstoornis goed. Vaak kan de oorzaak echter niet volledig worden geëlimineerd, wat de prognose verslechtert.

Complicaties

Er wordt vooral gevreesd voor infectie in de context van een wondgenezingsstoornis, die in sommige gevallen kan leiden tot een abces en bloedvergiftiging. Dit laatste is mogelijk fataal en vereist onmiddellijke behandeling.

Schade aan bloedvaten, zenuwen, pezen, spieren en botten behoren ook tot de complicaties van een wondgenezingsstoornis.

Hoe kan een wondgenezingsstoornis worden voorkomen?

Om een ​​wondgenezingsstoornis te voorkomen, is het belangrijk om een ​​wond altijd goed te verzorgen. Bedek de wond na een zachte reiniging met een verband. Voer de desinfectie uitsluitend uit met hiervoor bestemde antiseptica en alleen bij ernstige besmetting. In ernstigere gevallen is een bezoek aan de arts raadzaam, die de wond kan hechten.