Therapie | Supinator Lodge-syndroom

Therapie

Supinator Lodge-syndroom kan conservatief worden behandeld, bijvoorbeeld met pijnstillers of fysiotherapie, of operatief. Aangezien de chirurgische behandeling van het supinatorlogene syndroom geen vergelijkbare hoge kansen op succes heeft als de chirurgische behandeling van een bottleneck in de context van carpaal tunnel syndroommoet eerst conservatieve niet-chirurgische therapie worden geprobeerd. Met de niet-chirurgische benadering probeert men de pijn op het gebied van de onderarm met de hulp van pijnstillers.

De zogenaamde niet-steroïde ontstekingsremmers worden voornamelijk gebruikt. Diclofenac or ibuprofenbehoren bijvoorbeeld tot deze groep. Ze ontlasten niet alleen de pijn, maar ook mogelijke ontstekingen in dit gebied bestrijden. Medicijnen die dienen om de spieren te ontspannen, kunnen ook worden gebruikt. Supinator Lodge-syndroom kan ook worden behandeld met koude- en warmtetoepassingen of pure fysiotherapie.

Hoe kan fysiotherapie helpen?

Fysiotherapie, als een conservatieve therapeutische maatregel, kan bijzonder ondersteunend zijn bij de behandeling van Supinator Lodge-syndroom. Hierbij is de omvang van de zenuwbeschadiging doorslaggevend. Hierop aangepast kan fysiotherapie zich richten op een ondersteunende opbouw van de omliggende spieren en / of kunnen de zelf aangetaste spieren weer versterkt worden door middel van actieve oefeningen.

Speciale procedures zoals weefselvocht drainage of directe stimulatie van de aangedane zenuw (elektrostimulatie) kan ook nuttig zijn. Als de niet-chirurgische behandelingen voor het supinatorlogene syndroom niet of niet adequaat reageren, kan een chirurgische behandeling worden uitgevoerd. De operatie moet snel worden uitgevoerd, vooral als er sprake is van verlamming. Tijdens de operatie wordt geprobeerd de diepe, puur gemotoriseerde tak van de radialiszenuw bloot te leggen.

Omdat dit erg fijn is, is speciale zorg vereist. Op het punt waar het radiale zenuw gaat de spier binnen, het wordt bedekt door een bindweefsel vezel. Dit kan erg gespannen zijn en zo de zenuw beknellen. Tijdens de operatie wordt daarom geprobeerd om de ingang van de zenuw in de spier te verwijden. De uitzetting wordt bereikt door de vernauwende structuren zoals vezellijnen of bindweefsel.