Posttraumatische stressstoornis: symptomen

Hoe manifesteert een posttraumatische stressstoornis zich?

Posttraumatische stressstoornis (PTSS) treedt op als een fysieke reactie na een traumatische ervaring, zoals een geweldsmisdrijf, een ernstig ongeval of een oorlogsdaad.

Vertraagde symptomen

Symptomen van een posttraumatische stressstoornis verschijnen meestal niet onmiddellijk. Schoksymptomen ontwikkelen zich meestal het eerst tijdens de ervaren noodsituatie: de getroffen personen zijn gevoelloos, velen melden het gevoel “buiten zichzelf” te zijn (depersonalisatiegevoel). De situatie komt hen dan onwerkelijk voor. Dit is een beschermingsmechanisme van het lichaam dat zijn eigen overleving dient. Deze reactie op enorme stress wordt een acute stressreactie genoemd.

Om een ​​posttraumatische stressstoornis te diagnosticeren, houdt de behandelend arts zich aan de criteria en symptomen die zijn vermeld in de Internationale Statistische Classificatie van Ziekten en Gerelateerde Gezondheidsproblemen (ICD-10).

Symptomen in detail

De belangrijkste symptomen van een posttraumatische stressstoornis zijn:

  • Onvrijwillige herinnering en herbeleven van het trauma (intrusies en flashbacks).
  • Vermijden, onderdrukken en vergeten van de gebeurtenis
  • Nervositeit, angst en prikkelbaarheid
  • Afvlakking van gevoelens en interesses

Onvrijwillig herbeleven van het trauma (flashbacks)

Triggers zijn vaak zogenaamde sleutelprikkels, bijvoorbeeld wanneer een oorlogsslachtoffer geschreeuw hoort of een brandslachtoffer rook ruikt. Ook het terugkeren van traumatische herinneringen in de vorm van nachtmerries is typerend voor een posttraumatische stressstoornis. Daarnaast komen soms klachten op lichamelijk vlak voor, zoals kortademigheid, trillen, duizeligheid, snelle hartslag en zweten.

Vermijden, onderdrukken en vergeten

Voor hun eigen bescherming vermijden veel mensen met PTSS die gedachten, situaties en activiteiten die herinneringen aan de gebeurtenis zouden kunnen oproepen. Degenen die getuige zijn geweest van een traumatisch verkeersongeval vermijden bijvoorbeeld het openbaar vervoer en autorijden. Slachtoffers van brandwonden kunnen het aansteken van kaarsen of vuur vermijden.

Andere slachtoffers kunnen zich niet alle aspecten van de traumatische ervaring herinneren. Deskundigen spreken van volledig of gedeeltelijk geheugenverlies.

Nervositeit, angst en prikkelbaarheid (hyperarousal).

Veel traumaslachtoffers zijn erg gevoelig voor prikkels en hun zenuwen staan ​​letterlijk op scherp. Ze zijn hyperwaakzaam en hebben onbewust het gevoel dat ze altijd in gevaar zijn. Ze zijn ook erg zenuwachtig en angstig. Op de lange termijn is deze toestand zeer vermoeiend voor het lichaam. Het gaat om concentratieproblemen, de aandachtsspanne wordt met de tijd steeds korter. Een boek lezen of een film kijken wordt dan soms onmogelijk voor traumaslachtoffers.

Deze algemene spanning leidt tot milde prikkelbaarheid en onevenredige uitbarstingen van woede. Familieleden van traumaslachtoffers melden vaak een plotselinge karakterverandering ten opzichte van voorheen evenwichtige en ontspannen mensen.

De aanhoudende angst en spanning kunnen vaak enigszins worden verlicht door te sporten en te bewegen. Voor veel getroffen personen is het overwinnen van fysieke activiteit echter erg groot.

Afvlakking van interesses en gevoelens (verdovend).

De vreugde van het leven kan permanent worden aangetast door een posttraumatische stressstoornis. Vaak verliezen patiënten alle interesses en trekken ze zich terug uit het sociale leven. Ze verliezen hun levenslust en maken geen plannen meer voor hun toekomst. Sommigen kunnen ook niets meer voelen – of het nu vreugde, liefde of verdriet is. Er is sprake van een verdoving van emoties (verdoofd = gevoelloosheid).

Traumaslachtoffers voelen zich vaak vervreemd en hebben het gevoel dat wat zij hebben meegemaakt hen scheidt van hun medemensen en dierbaren. Deze verandering in het emotionele leven eindigt dan vaak in een depressie.

Pijn en trauma

Een mogelijk verband tussen (chronische) pijn en PTSS is echter nog niet precies opgehelderd. Sommige wetenschappers zien een gemeenschappelijke neurobiologische basis tussen aanhoudende stress, pijn en angst.

Hoe manifesteert een complexe posttraumatische stressstoornis zich?

Aan een complexe posttraumatische stressstoornis gaan zeer ernstige of bijzonder langdurige trauma’s vooraf. Deze traumaslachtoffers vertonen vaak persoonlijkheidsveranderingen als gevolg van de complexe PTSS. Symptomen hebben hier dus meer betrekking op gedrag en persoonlijkheid:

  • Veranderingen in emotieregulatie (seksualiteit, woede, zelfbeschadigend gedrag).
  • Veranderingen in aandacht en bewustzijn
  • Veranderingen in zelfperceptie (schuldgevoelens, schaamte, isolatie, verlies van eigenwaarde)
  • Veranderingen in relaties met anderen (vertrouwensproblemen)
  • Somatisatie (pijn zonder fysieke oorzaak)

Enkele symptomen in detail:

Veranderde emotieregulatie en impulscontrole.

Emotieregulatie en impulsbeheersing zijn vaak uit balans bij een complexe posttraumatische stressstoornis. Getroffen personen zijn niet in staat emoties als woede, wrok en agressie met de nodige afstand te bekijken. Zo ontstaan ​​er onevenredige emotionele uitbarstingen of wordt er enorm veel moeite gedaan om dit controleverlies voor de medemens te verbergen.

Vaak ‘helpen’ patiënten zichzelf met alcohol of drugs om te kalmeren en een complexe posttraumatische stressstoornis te bestrijden.

Zelfbeschadigend gedrag komt ook voor bij veel mensen met een complexe posttraumatische stressstoornis. Overmatig acteren of vermijden van seksuele activiteit komt ook vaker voor.

Verandering van aandacht

somatisatie

Sommige mensen met een complexe posttraumatische stressstoornis hebben de neiging te somatiseren. Dat wil zeggen dat ze lijden aan lichamelijke klachten waarvoor geen organische oorzaak kan worden gevonden.

Veranderingen in relaties met anderen

Relatiepercepties lijden ook onder een complexe posttraumatische stressstoornis. Getroffen personen hebben vaak moeite met het aangaan van menselijke nabijheid. De traumatiserende ervaring maakt het moeilijk voor hen om te vertrouwen, en nauwer contact met medemensen wordt zelden gemaakt. Complexe traumaslachtoffers hebben vaak geen goed besef van hun eigen grenzen en overschrijden deze soms.

Het omgaan met het dagelijks leven en de kwaliteit van leven kunnen ernstig worden aangetast door een (complexe) posttraumatische stressstoornis. Symptomen worden door de getroffen persoon in eerste instantie vaak niet in verband gebracht met zijn/haar traumatische ervaring, waardoor het lastig kan zijn deze te identificeren.