Psychotherapie voor posttraumatische stressstoornissen | Psychotherapie

Psychotherapie voor posttraumatische stressstoornissen

Psychotherapie voor PTSD (posttraumatische stressstoornis) kan zeer nuttig zijn en de patiënt in zijn moeilijke situatie helpen om weer actiever deel te nemen aan het leven. Sinds psychotherapie voor PTSD-patiënten heel anders kunnen worden ontworpen, is het belangrijk dat elke patiënt individueel met zijn of haar therapeut beslist welke vorm van psychotherapie het beste bij hem of haar past. Een vorm van psychotherapie voor PTSD kan zijn gedragstherapieBijvoorbeeld.

Hier leert de patiënt zijn of haar gedrag te reflecteren en te veranderen ondanks de stressvolle gebeurtenissen in het verleden die de posttraumatische stressstoornis hebben uitgelokt, zodanig dat hij of zij weer actiever en zelfbewuster aan het leven kan deelnemen. Een andere vorm van psychotherapie voor PTSD is de psychodynamische procedure. Het gaat hier primair om de patiënt die omgaat met de stressvolle gebeurtenissen uit het verleden en daardoor een beter begrip van de achtergronden en oorzaken van zijn of haar eigen lijden en ziekte, om zo beter met de geestesziekte en begrijp het beter.

Omdat elke patiënt heel anders is dan de ander, is het erg belangrijk dat elke patiënt ook zijn of haar eigen aangepaste vorm van psychotherapie voor PTSD samen met zijn of haar therapeut uitwerkt. Sommige patiënten hebben er bijvoorbeeld geen baat bij om de exacte oorzaak van de posttraumatische stressstoornis te onderzoeken, maar het helpt hen meer om met hulp van een therapeut mogelijkheden uit te werken om uit de droevige en stressvolle stemming te komen en actief bezig te zijn. hun eigen gedrag veranderen. Psychotherapie kan met succes obsessief-compulsieve stoornissen behandelen en patiënten helpen om minder vaak aan hun compulsies toe te geven.

Een vorm van psychotherapie die ook wel gedragstherapie is hier bijzonder geschikt. Het belangrijkste doel is dat de patiënt leert zijn eigen gedrag beter te reflecteren om het stukje bij beetje te veranderen en zo niet meer aan zijn dwanghandelingen toe te geven. Bij psychotherapie kunnen bijvoorbeeld obsessief-compulsieve stoornissen door de patiënt worden behandeld leren dat hij / zij bijvoorbeeld maar vier keer per dag mag controleren of hij de kachel echt heeft uitgezet.

Of de patiënt leert door psychotherapie zijn obsessief-compulsieve stoornis überhaupt als zodanig waar te nemen en kan daardoor na meerdere therapiesessies begrijpen wanneer hij echt iets moet controleren of doen omdat het belangrijk is en wanneer hij iets controleert of doet simpelweg omdat hij voelt de dwang, maar niet omdat het absoluut noodzakelijk is. Over het algemeen is het meestal moeilijk om een ​​obsessief-compulsieve stoornis volledig en voor altijd te genezen met psychotherapie. Zoals bij alle psychische aandoeningen, is het een langdurig proces en zal de patiënt er misschien nooit toe komen OCD volledig verdwijnen, maar met psychotherapie kan de patiënt de ocs onder controle krijgen zodat deze zijn dagelijkse leven niet meer hindert.