Post-traumatische stress-stoornis

Posttraumatisch spanning stoornis (PTSD) (synoniemen: posttraumatische stressstoornis; posttraumatisch stress-syndroom; psychotraumatisch stress-syndroom; basaal psychotraumatisch stress-syndroom of posttraumatisch stress-syndroom (Engels, afgekort PTSD); F43.1) vertegenwoordigt een vertraagde psychologische reactie op een of meer stressvolle gebeurtenissen van bepaalde ernst of catastrofale omvang. De ervaringen (trauma's) kunnen langer of korter duren.

Trauma wordt gedefinieerd volgens de WHO (World Gezondheid Organisatie) ICD-10 classificatie (internationale statistische classificatie van ziekten en gerelateerde gezondheidsproblemen) als: “Een stressvolle gebeurtenis of situatie van kortere of langere duur, van uitzonderlijke dreiging of catastrofale omvang, die bij bijna iedereen (bijv. Natuurlijke ramp of menselijke catastrofe). Bijv. Natuurrampen of door de mens veroorzaakte ramp - door de mens veroorzaakte ramp - inzet van gevechten, ernstig ongeval, getuige zijn van de gewelddadige dood van anderen, of het slachtoffer zijn van marteling, terrorisme, verkrachting of andere misdrijven). "

Posttraumatisch spanning stoornis (PTSD) ontstaat als mogelijk gevolg van de traumatische gebeurtenis.

PTSD wordt gekenmerkt door indringers (opdringerige gedachten en ideeën die het bewustzijn binnendringen), vermijding en hyperarousal (overmatige opwinding die gewoonlijk optreedt onder spanning).

Posttraumatische stressstoornis wordt ingedeeld naar type gebeurtenis (zie onderstaande classificatie voor details):

  • Type I trauma: eenmalig / kortstondig (bijv. Ongeval).
  • Type II trauma: meervoudig / langdurig (oorlogservaring; huiselijk, seksueel geweld).

De complexe posttraumatische stressstoornis (KPTBS) werd medio 11 aan ICD-2018 toegevoegd als een op zichzelf staande diagnose. Dit is een aandoening die optreedt als gevolg van herhaalde of langdurige traumatische gebeurtenissen. Naast de symptomen van PTSD wordt PTSD gekenmerkt door affectregulatiestoornissen, negatieve zelfperceptie en relatiestoornissen.

Geslachtsverhouding: mannen tot vrouwen is 1: 2-3; waarbij mannen vaker trauma ervaren, behalve seksueel trauma

De prevalentie binnen een maand (ziektefrequentie) is 1.3-1.9% bij mensen onder de 60 en 3.4% bij 60-plussers (in Duitsland).

Verloop en prognose: De cursussen zijn zeer variabel. Aanvankelijk is een ernstige symptoomontwikkeling mogelijk. Binnen enkele dagen tot weken is er een vermindering van symptomen of remissie (regressie). De meeste getraumatiseerde personen ontwikkelen geen PTSD, maar vertonen spontaan herstel. Opmerking: zowel diagnose als therapie moet rekening worden gehouden met het hoge aandeel comorbide aandoeningen (zie hieronder) en met de stabiliteit van de patiënt.

Chronisch gedrag komt voor bij ongeveer 20-30% van de patiënten met PTSD.

Comorbiditeit (bijkomende aandoeningen): Posttraumatische stressstoornis wordt geassocieerd met psychische stoornissen (Angst stoornissen, angststoornis, afhankelijkheidsstoornissen, borderline persoonlijkheidsstoornis, somatisatiestoornissen, psychosen, dissociatieve identiteitsstoornissen) en somatische stoornissen (na ongevallen: bijv pijn syndromen). Bij basisschoolkinderen wordt PTSD geassocieerd met oppositioneel opstandige stoornis, verlatingsangst en specifieke fobieën, naast ADHD (aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit), Depressie, en sociale gedragsstoornissen; bij adolescenten, Angst stoornissen, Depressie, en sociale gedragsstoornissen kunnen gepaard gaan met zelfverwonding, zelfmoordgedachten en afhankelijkheid van middelen.