Laboratoriumparameters van de 2e orde - afhankelijk van de resultaten van de geschiedenis, fysiek onderzoek, enz. - voor differentiële diagnostische verduidelijking
- Klein aantal bloedcellen
- Differentiële bloedbeeld
- Bacteriologie: nasofaryngeaal uitstrijkje, (mogelijk neus- of keelzwabber) [culturele detectie is pas betrouwbaar binnen twee weken].
- Pathogeen detectie door PCR (droog wattenstaafje; materiaal: tracheale secretie, bronchoalveolaire lavage (BAL; methode van monsterverzameling gebruikt bij bronchoscopie)long endoscopie nasopharyngeaal uitstrijkje) [gevoeliger dan detectie van culturele pathogenen; kan de infectie tot 4 weken detecteren, indien nodig].
- Serologie: AK tegen Bordetella pertussis en parapertussis [alleen geschikt voor de late fase van de ziekte; pertussis IgM antilichamen zijn niet informatief; een hoge IgG-antilichaamtiter of een significante toename van de IgG-antilichaamtiter bevestigt de klinische diagnose; IgA-antilichamen hebben een lage gevoeligheid / percentage zieke patiënten bij wie de ziekte wordt opgespoord door het gebruik van de test, dwz er treedt een positief testresultaat op].