Paroxetine: effecten, gebruik, bijwerkingen

Hoe paroxetine werkt

De zenuwcellen in de hersenen communiceren met elkaar via chemische boodschappers die neurotransmitters worden genoemd. Deze worden door de ene cel vrijgegeven en door de volgende ‘waargenomen’ via bepaalde koppelingsplaatsen (receptoren). De boodschapperstoffen worden vervolgens weer door de eerste cel opgenomen, waardoor hun werking wordt beëindigd.

In dergelijke gevallen kunnen selectieve serotonineheropnameremmers (SSRI's), zoals paroxetine, helpen: Deze antidepressiva voorkomen de heropname van serotonine in de cel van herkomst. Hierdoor kan serotonine, zodra het vrijkomt, langer op de doelcel inwerken – symptomen van serotoninetekort zoals depressie en angst verbeteren.

Opname, afbraak en uitscheiding

De resulterende metabolieten hebben geen antidepressief effect en worden snel uitgescheiden. De uitscheiding is zeer individueel: ongeveer een derde vindt plaats in de ontlasting en tweederde in de urine. Na één dag is ongeveer de helft van de opgenomen werkzame stof uit het lichaam verdwenen.

Wanneer wordt paroxetine gebruikt?

Paroxetine wordt gebruikt voor de behandeling van:

  • depressieve stoornissen
  • Obsessief-compulsieve stoornissen
  • Paniekstoornissen
  • Sociale angststoornissen (sociale fobie)
  • Post-traumatische stress-stoornis

Over het algemeen wordt de therapie over een langere periode gegeven en moeten de voordelen van de therapie periodiek worden beoordeeld.

Hoe wordt paroxetine gebruikt?

Meestal wordt paroxetine toegediend in tabletvorm. Voor patiënten met dysfagie of een voedingssonde zijn er vloeibare preparaten zoals druppels of een suspensie voor orale toediening.

Het duurt doorgaans twee tot zes weken – afhankelijk van het toepassingsgebied – voordat het gewenste effect is bereikt.

Om de therapie te beëindigen wordt met de arts besproken hoe met paroxetine gestopt kan worden. Plotseling stoppen wordt niet geadviseerd, omdat dit ernstige bijwerkingen en ontwenningsverschijnselen kan veroorzaken. In plaats daarvan wordt het medicijn heel langzaam (geleidelijk) afgebouwd, wat het ‘afbouwen’ van de therapie wordt genoemd.

Bij gebruik van het antidepressivum komen misselijkheid en seksuele disfunctie zeer vaak voor (bij meer dan één op de tien behandelde mensen).

Bijwerkingen zoals slaperigheid, slapeloosheid, tremor, hoofdpijn, wazig zien, geeuwen, zweten, zwakte en duizeligheid komen vaak voor (bij één op de tien tot één op de honderd behandelde mensen). Deze bijwerkingen treden ook op als paroxetine te snel wordt gestopt.

Waar moet ik op letten als ik paroxetine gebruik?

Contra-indicaties

Paroxetine mag niet worden ingenomen door:

  • gelijktijdig gebruik van monoamineoxidaseremmers (MAO-remmers) – ook antidepressiva
  • @ gelijktijdig gebruik van thioridazine en/of pimozide (antipsychotica) – antipsychotica

Interacties met andere geneesmiddelen

Verschillende actieve ingrediënten kunnen de afbraak van paroxetine via de lever remmen of vergroten. Deze omvatten met name pimozide (antipsychoticum), fosamprenavir en ritonavir (hiv-medicijnen), procyclidine (medicatie tegen Parkinson), fenprocoumon (antistollingsmiddel) en acetylsalicylzuur (pijnstillend en antistollingsmiddel).

  • Anti-aritmica (bijv. propafenon, flecaïnide)
  • Bètablokkers (cardiovasculaire geneesmiddelen)
  • Insuline (medicijn tegen diabetes)
  • Geneesmiddelen tegen epilepsie (bijv. carbamazepine, fenobarbital, fenytoïne)
  • Medicijnen voor de ziekte van Parkinson (bijv. levodopa, amantadine)
  • Antipsychotica (bijv. risperidon, thioridazine)
  • Andere antidepressiva (bijv. tricyclische antidepressiva en selectieve serotonineheropnameremmers)
  • Tamoxifen (behandeling van borstkanker)
  • Tramadol (pijnstiller)

Leeftijdsbeperking

Het therapeutisch voordeel van paroxetine bij kinderen en adolescenten jonger dan 18 jaar is niet op betrouwbare wijze bewezen. Daarom mag het medicijn pas na de leeftijd van 18 jaar worden gebruikt.

Oudere patiënten kunnen een langzamere uitscheiding van het antidepressivum ervaren, dus het moet mogelijk een lagere dosering krijgen. Hetzelfde geldt voor patiënten met nier- of leverinsufficiëntie.

Zwangerschap en borstvoeding

Om deze reden mag paroxetine alleen tijdens de zwangerschap worden ingenomen als dit absoluut noodzakelijk is. Indien mogelijk moeten beter bestudeerde stoffen (bijvoorbeeld citalopram, sertraline) worden gebruikt.

Paroxetine gaat in kleine hoeveelheden over in de moedermelk. Tot op heden zijn er bij zuigelingen die borstvoeding krijgen geen afwijkingen waargenomen wanneer de moeder het antidepressivum innam. Paroxetine is daarom – samen met citalopram en sertraline – een van de SSRI’s bij uitstek tijdens de borstvoedingsperiode.

Paroxetine is in Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland op recept verkrijgbaar in elke dosering en doseringsvorm en is alleen verkrijgbaar in apotheken.

Sinds wanneer is paroxetine bekend?

Paroxetine werd in 1992 in de VS op de markt gebracht. Sinds het oorspronkelijke patent van de fabrikant in 2003 afliep, zijn er talloze generieke geneesmiddelen op de markt gekomen die het actieve ingrediënt bevatten.