Ovariële cysten en goedaardige overay neoplasmata: medicamenteuze therapie

Therapeutisch doel of aanbevelingen

Het probleem bij het diagnosticeren van een ovariumtumor is dat de overgrote meerderheid kwaadaardig (kwaadaardig) kan worden, en kwaadaardige ovariumtumoren hebben bijna uitsluitend een slechte prognose. Hoewel het risico op maligniteit toeneemt met de leeftijd (<30 jaar ongeveer 3%, 40-50 jaar 5-15%,> 50 jaar tot 35%), is het in wezen aanwezig in elke ovariumtumor en op elke leeftijd. Het is ook onafhankelijk van de grootte, symptomatologie of afwezigheid van symptomen, of de tumor nu cystisch of solide is, eenzijdig of bilateraal. Omdat er geen medicijn is therapieis chirurgische verwijdering van de tumor in het algemeen noodzakelijk voor de veiligheid van de patiënt. De enige uitzondering is een vermoedelijke functionele cyste, die onder close twee tot drie tot zes maanden kan worden gewacht Grensverkeer, aangezien de meeste van hen spontaan achteruitgaan. De therapie van functionele cysten met hogere of hogedosis ovulatie remmers, die vandaag de dag nog steeds vaak worden toegepast en vermeerderd, zijn volgens de Cochrane-analyses niet bruikbaar.

Helaas is er tot op heden geen betrouwbaar diagnostisch onderscheid tussen een goedaardige en kwaadaardige ovariumtumor, hoewel er veel pogingen zijn gedaan om een ​​algoritme te ontwikkelen op basis van risicoconstellaties en beeldvormingstechnieken, vooral door middel van echografische criteria (ultrageluid criteria) (zie ook onder “Further Therapie").