Oedeem (waterretentie): oorzaken, typen

Kort overzicht

  • Wat is oedeem? Zwelling veroorzaakt door vocht dat in het weefsel is opgeslagen
  • Hoe ontstaat oedeem? Door overdruk in de kleinste bloed- of lymfevaten, waardoor vloeistof in het omringende weefsel lekt
  • Indeling volgens verschillende criteria: bijv. gegeneraliseerd en regionaal oedeem, perifocaal oedeem, speciale vormen (zoals lymfoedeem, Quincke-oedeem)
  • Oorzaken: Vaak onschuldig (bijv. langdurig staan ​​of zitten, hitte, zwangerschap), maar soms ernstig, bijv. hart-, nier- of leverziekte, stoornissen in de bloedsomloop, veneuze insufficiëntie, trombose, allergieën, ontstekingen
  • Wanneer moet u een arts raadplegen? Als het aangetaste deel van het lichaam onnatuurlijk warm of koud wordt en blauwachtig of roodachtig van kleur wordt; bij andere symptomen zoals pijn, koorts, kortademigheid, vertroebeling van het bewustzijn; in geval van plotseling ontstaan ​​of snelle toename van oedeem
  • Onderzoek: anamnese (anamnese), lichamelijk onderzoek, bloedonderzoek, eventueel echografie
  • Behandeling: Behandeling van de onderliggende ziekte, indien nodig dehydratietabletten (diuretica).
  • Preventie: Als de oorzaak onschadelijk is, lichaamsbeweging, het optillen van de benen en afwisselend warm-koud baden; soms is een zoutarm en uitdrogend dieet nuttig

Oedeem: beschrijving

Verminderde vochtbalans

Ons lichaam bestaat voornamelijk uit vocht, dat wordt verdeeld in de cellen, de ruimtes tussen de cellen (interstitium), het bindweefsel en het onderhuidse weefsel. Zelfs onze botten bevatten water. En ook het bloed bestaat voor een groot deel uit water waarin veel verschillende soorten cellen drijven.

Dagelijks stromen er meerdere liters vloeistof vanuit de kleinste aderen (capillairen) naar het interstitium. Van daaruit keert het grootste deel terug naar de bloedbaan, waar de aderen het terug naar het hart transporteren. Ongeveer tien procent van het interstitiële vocht stroomt daarentegen via de lymfekanalen naar buiten. Als de druk in de aderen toeneemt, wordt er meer vloeistof in het omliggende weefsel gedrukt. Dit vermindert op zijn beurt de druk in de vaten.

Regulering van de waterbalans

Speciale druksensoren (baroreceptoren) in de halsslagader en in de aorta meten regelmatig de druk in de bloedsomloop. Als de waarden te laag zijn, wordt een stijging van de bloeddruk veroorzaakt: de bloedvaten vernauwen zich en het hart pompt steeds sneller. Dankzij dit mechanisme kan het lichaam de bloeddruk op korte termijn aanpassen.

Vicieuze cirkel van eiwittekort

Soms leidt dit echter tot een vicieuze cirkel. Bij sommige ziekten ontbreken bijvoorbeeld belangrijke eiwitten in het bloed. Normaal gesproken houden ze water vast in het vasculaire systeem. Als ze ontbreken, dringt de vloeistof gemakkelijker door in het weefsel en wordt omgekeerd niet meer goed opgenomen. Dit resulteert in oedeem. Dit resulteert echter ook in een gebrek aan water in de circulatie, wat de sensoren snel detecteren. Als gevolg hiervan scheidt het lichaam minder water uit. Omdat de eiwitten echter nog steeds ontbreken, keert het vastgehouden vocht snel terug naar het weefsel – het oedeem neemt toe, terwijl er nog steeds water uit de bloedbaan ontbreekt.

Classificatie van oedeem

Oedeem treedt op wanneer de bloedstroom door de haarvaten verandert. Afhankelijk van de oorzaak wordt onderscheid gemaakt:

  • Hydrostatisch oedeem: Dit ontstaat doordat de druk in de bloedvaten (hydrostatische druk) toeneemt, waardoor er meer vocht in het omringende weefsel wordt geperst.
  • Colloïd-osmotisch oedeem: Een tekort aan eiwit in het bloed zorgt ervoor dat de colloïd-osmotische (oncotische) druk daalt, wat resulteert in een verhoogde vochtophoping in het weefsel en de ontwikkeling van oedeem.
  • Ontstekingsoedeem: Als gevolg van ontstekingsprocessen, maar ook allergieën of brandwonden, worden de vaatwanden beter doorlaatbaar, waardoor er meer vocht uit het bloed naar het weefsel ontsnapt.

Oedeem kan echter ook worden geclassificeerd op basis van andere criteria dan het vormingsmechanisme. Er zijn bijvoorbeeld categorieën op basis van de locatie van de zwelling:

  • Gegeneraliseerd oedeem komt over het hele lichaam voor (bijv. hormonaal geïnduceerde waterretentie bij vrouwen vóór de menstruatie als onderdeel van het premenstrueel syndroom),
  • Geregionaliseerd (regionaal) oedeem treft slechts één deel van het lichaam (bijvoorbeeld op een onderbeen na een trombose).
  • Perifocaal oedeem vormt zich in gezond weefsel rond een ziektehaard (in tumoren, abcessen of bestraling)
  • Intracellulair oedeem ontstaat in een cel en zorgt ervoor dat deze opzwelt.
  • Extracellulair oedeem bevindt zich in de ruimte tussen de cellen.

Een ander classificatiecriterium is het beloop van een oedeem:

  • Acuut oedeem (bijv. acute hartinsufficiëntie, nierfalen, ontsteking, brandwonden, trombose)
  • Chronisch oedeem (bijv. levercirrose, chronische veneuze insufficiëntie)

Er zijn ook bijzondere vormen van oedeem zoals lymfoedeem en Quincke-oedeem.

Lymfoedeem

Bij lymfoedeem (lymfoedeem) hoopt lymfevocht zich op in de lymfevaten: de lymfe wordt niet goed afgevoerd en lekt bovendien naar het omringende weefsel, waardoor het opzwelt. Soms is de reden hiervoor aangeboren: het lymfestelsel heeft een misvorming.

Uitgebreide informatie over deze bijzondere vorm van oedeem vindt u in het artikel Lymfoedeem.

Quincke-oedeem

Quincke-oedeem (angio-oedeem) is een acute zwelling van de dermis en subcutis of het slijmvlies met de onderliggende bindweefsellaag (submucosa). Het vormt zich meestal op het gezicht, in het gebied van de oogleden en lippen, op de slijmvliezen van de keel, op de epiglottis en op de tong.

Quincke-oedeem is soms aangeboren. Het kan echter ook worden verworven. In dit geval komt het meestal voor als onderdeel van een allergische reactie, zoals allergische netelroos (urticaria). Angio-oedeem doet ook vaak pijn of brandwonden.

Quincke-oedeem kan levensbedreigend zijn als het het slijmvlies van de keelholte of het strottenhoofd aantast en acute ademnood veroorzaakt!

Oedeem: oorzaken

Oedeem komt ook vaak voor bij zwangere vrouwen, vooral in de laatste weken vóór de bevalling. Hormonale veranderingen in de waterhuishouding en de toestand van het bindweefsel, evenals een verhoogde druk op de grote aderen in de buikholte en de daaruit voortvloeiende verminderde drainage kunnen leiden tot het vasthouden van water in het weefsel.

Oedeem over het hele lichaam

Er kunnen echter ook ernstiger redenen achter oedeem zijn. Gegeneraliseerd oedeem kan bijvoorbeeld optreden bij

  • Hartziekte: Gezwollen benen zijn vaak het gevolg van hartinsufficiëntie, vooral van het rechter hart (rechter hartfalen).
  • Nierziekten zoals het nefrotisch syndroom, ontstoken nierlichaampjes (glomerulonefritis), nierzwakte of zelfs nierfalen kunnen een eiwittekort of een onevenwichtige elektrolytenbalans met waterretentie in de benen veroorzaken.
  • Leverziekten: De lever produceert meestal te weinig eiwitten en de colloïd-osmotische druk in het vaatstelsel daalt. Waterretentie in de buik (ascites, ascites) komt vaak voor bij leverkanker of levermetastasen, levercirrose en leverzwakte.
  • Bijnierziekten leiden vaak tot een verminderde productie van het hormoon aldosteron, wat resulteert in het vasthouden van water in de buik en benen.
  • Ondervoeding: Een teken van een lange periode van hongersnood is de ‘hongerige buik’, die wordt veroorzaakt door een gebrek aan eiwitten.
  • Medicatie: Antidepressiva, medicijnen tegen hoge bloeddruk, glucocorticoïden (“cortisone”) en ontstekingsremmende medicijnen kunnen ook oedeem veroorzaken.

Oedeem in een specifiek deel van het lichaam

Regionaal oedeem wordt voornamelijk veroorzaakt door:

  • Lymfedrainagestoornissen: Het weefselvocht wordt via de lymfekanalen teruggevoerd naar de veneuze vaten. Aangeboren of mechanische aandoeningen (uitwendige druk, blauwe plekken) verstoren de lymfedrainage en veroorzaken zo zwelling in het weefsel. Oorzaken zijn onder meer tumoren, operaties en bestraling. Een besmetting met parasitaire draadwormen van filariasis kan echter ook een extreme vorm van oedeem veroorzaken, elefantiasis.
  • Doorbloedingsstoornissen kunnen aderen of slagaders aantasten en kunnen naast oedeem ook een tekort aan weefsel veroorzaken.
  • Chronische veneuze insufficiëntie (chronische veneuze insufficiëntie, CVI): Vooral beschadigde veneuze kleppen verhinderen dat het bloed goed terugstroomt naar het hart. In plaats daarvan bouwt het zich op als gevolg van de zwaartekracht, vooral in de benen. Dit kan leiden tot ernstige waterretentie.
  • Ontstekingen, brandwonden en verwondingen: Hierdoor kunnen de vaatwanden beter doorlaatbaar worden, wat het vasthouden van water in het omliggende weefsel bevordert.
  • Allergieën: Contact met een allergietrigger (allergeen) activeert immuuncellen, waarvan de boodschapperstoffen de vaatwanden beter doorlaatbaar maken. Als gevolg hiervan lekt er meer vocht uit de bloedvaten in het weefsel, waardoor zwelling ontstaat. Dit kan ook leiden tot Quincke-oedeem (zie hierboven).
  • Erfelijk angio-oedeem (HAE): Deze erfelijke bijzondere vorm van Quincke-oedeem wordt gekenmerkt door acute en intermitterende zwelling, vooral in de ledematen, maar ook in de buikorganen. Het optreden van deze zwellingen is onvoorspelbaar.

Oedeem: onderzoeken

Veel oedemen verdwijnen vanzelf. Dit geldt in het bijzonder voor het vasthouden van water na langdurig staan ​​of zitten en voor zwelling van de oogleden als gevolg van een allergische reactie. In deze gevallen is het over het algemeen niet nodig om naar een arts te gaan. Er zijn echter situaties waarin u zeker een arts moet raadplegen.

Oedeem: wanneer moet u naar een arts?

Raadpleeg altijd een arts als het volgende op u van toepassing is:

  • Het oedeem heeft zich slechts aan één kant en snel ontwikkeld
  • Het oedeem verdwijnt niet vanzelf of wordt groter
  • De zwelling is ook warm, rood of pijnlijk
  • Het aangetaste deel van het lichaam wordt onnatuurlijk warm of koud en wordt blauwachtig of roodachtig van kleur
  • Met koorts
  • Met kortademigheid
  • Bij bewustzijnsvertroebeling tot delirium

Onderzoeken door de dokter

De arts zal u eerst vragen naar uw medische geschiedenis (anamnese). De volgende informatie is bijzonder belangrijk:

  • Wanneer ontstond het oedeem?
  • Hoe manifesteert het zich (pijn, verspreiding, progressie)?
  • Welke medicatie gebruikt u?
  • Heeft u last van eerdere ziekten of allergieën?
  • Heeft u ook last van kortademigheid?
  • Moet u 's nachts vaak plassen? (De reden: tijdens het liggen stroomt het water uit het oedeem gemakkelijker terug naar het hart, vanwaar het naar de nieren wordt gepompt en wordt uitgescheiden)

De volgende stap is een lichamelijk onderzoek. Het oedeem zelf is meestal gemakkelijk te herkennen. De locatie geeft de arts de eerste aanwijzingen in de zoektocht naar de oorzaak. Gezwollen benen komen bijvoorbeeld vaker voor bij hartinsufficiëntie, trombose of veneuze aandoeningen, terwijl waterretentie in de buik (ascites) vaak duidt op leverschade.

Uit bloedonderzoek blijkt of er sprake is van een eiwittekort of stoornissen van de bloedzouten. Bovendien kan de urine worden onderzocht op eiwitten (proteïnurie). Bij nierziekten verliest het lichaam doorgaans eiwitten via de urine.

Soms worden ook beeldvormingsprocedures gebruikt. Ascites kan bijvoorbeeld worden opgespoord met behulp van echoscopisch onderzoek. Hierdoor kan worden beoordeeld hoeveel water zich in de buikholte heeft verzameld en of de oorzaak mogelijk in de lever ligt. Ook de beenaders en eventuele trombose kunnen met behulp van echografie duidelijk in beeld worden gebracht.

Oedeem: behandeling

De behandeling van oedeem is afhankelijk van de oorzaak. Bij veneuze insufficiëntie helpen bijvoorbeeld compressiekousen het oedeem tegen te gaan. Ze worden ook gebruikt bij trombose zodra het oedeem is afgenomen (tot die tijd wordt een drukverband aangebracht). Trombosepatiënten krijgen ook antistollingsmedicijnen (antistolling).

Soms moet de arts dehydraterende medicijnen (diuretica) voorschrijven, bijvoorbeeld bij hart- of niergerelateerd oedeem. Het is belangrijk om de juiste dosering medicijnen te nemen en te zorgen voor een goede vochtinname. Het is belangrijk om een ​​evenwicht te vinden tussen vochtinname en -uitscheiding en om verlies van belangrijke zouten te voorkomen.

  • Lisdiuretica zoals furosemide of torasemide zijn effectief, maar spoelen ook zouten zoals kalium en natrium weg.
  • Kaliumsparende diuretica zoals spironolacton worden vooral gebruikt bij ascites met leverschade of bij patiënten met hartinsufficiëntie.
  • Thiazidediuretica zijn vaak gelijktijdige medicijnen bij antihypertensiva, maar verstoren ook de zoutbalans in het bloed (natrium(!), kalium, magnesium)

Oedeem: wat u zelf kunt doen

Als het om een ​​normale, ongevaarlijke waterretentie gaat, kunt u de situatie met een paar tips zelf voorzichtig verhelpen. Als u echter een medische aandoening heeft, zoals een hart- of nierziekte, is het van essentieel belang dat u uw arts raadpleegt voordat u deze tips gebruikt.

  • Oefening: Actieve beenspieren fungeren als een ‘spierpomp’ en zorgen ervoor dat water via de bloedbaan terug naar het hart wordt getransporteerd.
  • Aftappen van thee: Van sommige planten wordt gezegd dat ze de afvoer van het lichaam ondersteunen. Brandnetelthee of groene thee zijn goede voorbeelden. Thee gemaakt van Sint-Janskruid heeft eveneens een uitdrogende werking, maar is niet geschikt voor vrouwen die de anticonceptiepil slikken.
  • Voedsel uitdrogen: Van sommige voedingsmiddelen wordt ook gezegd dat ze een uitdrogend effect hebben. Hiertoe behoren vooral rijst en aardappelen. Ananas, aardbeien, venkel en sla verdrijven ook vocht uit het lichaam.
  • Leg je benen hoger: Je benen hoger leggen helpt vaak tegen gezwollen benen.
  • Circulatiebevorderende maatregelen: Kneipp-baden met afwisselend warm en koud water houden de bloedvaten en spieren gezond. De bloedcirculatie in de voeten neemt toe, de aderen pompen meer bloed terug naar het hart en de neiging tot oedeem neemt af. Meer hierover leest u in het artikel Hydrotherapie.

Het blijft belangrijk: Als u oedeem blijft krijgen of als het helemaal niet weggaat, neem dan contact op met uw arts. Alleen zo kan hij of zij de oorzaak vaststellen en een passende behandeling voor het oedeem aanbevelen.

Veelgestelde vragen

De antwoorden op de meest gestelde vragen over dit onderwerp vindt u in ons artikel Veelgestelde vragen over oedeem.