Nomofobie: wat zit erachter?

Het kunstmatige woord nomofobie beschrijft de angst om niet bereikbaar te zijn via de smartphone. De term is afkomstig uit de Engelssprekende wereld en is de afkorting voor "No-Mobile-Phone-Phobia". Dit vertaalt zich als 'angst om geen mobiele telefoon te hebben'. Uit een onderzoek uit 2012 bleek dat 66 procent van de Britse gsm-gebruikers bang is voor mobiele ontoegankelijkheid. In Duitsland zijn gsm-gebruikers doorgaans ook nomofoob. Vooral smartphonegebruikers in de leeftijd van 18 tot 25 jaar worden getroffen. Nomofoben nemen vaak zelfs hun smartphones mee naar het toilet en naar bed. Over het algemeen lijken vrouwen vaker aan nomofobie te lijden dan mannen.

Wie wordt er getroffen?

Nomofobie treft vooral smartphonegebruikers. In tegenstelling tot eerdere mobiele telefoons, worden smartphones allang voor meer gebruikt dan alleen bellen of sms'en. Moderne mobiele telefoons zijn kleine multifunctionele talenten. Naast het maken van foto's en het spelen van games, kunnen smartphonegebruikers gemakkelijk onderweg chatten, surfen op sociale netwerken of zoeken naar het beste restaurant in de buurt dankzij internettoegang. Hierdoor speelt de smartphone voor veel gebruikers een sleutelrol in het dagelijks leven.

Oorzaken van nomofobie

Bij nomofobie wordt de mobiele telefoon meestal overmatig gebruikt om geen belangrijke informatie te missen. Hoe vaker de mobiele telefoon wordt gebruikt, hoe groter de afhankelijkheid van de functies van de mobiele telefoon. Als de mobiele telefoon zoekraakt of als men door een lege mobiele telefoon of een lege batterij korte tijd niet bereikbaar is, is er sprake van een subjectief verschoven, overmatig angstgevoel. Een belangrijke oorzaak van nomofobie is de angst om het contact met vrienden en familie niet ononderbroken te kunnen onderhouden. Dit idee voedt de angst om de smartphone te verliezen het sterkst bij de meerderheid van de getroffenen. Voor anderen biedt de smartphone de zekerheid dat ze in alle levenssituaties snel kunnen reageren. Zonder hun smartphone voelen de getroffenen zich minder flexibel en zijn ze bang dat ze niet langer perfect kunnen voldoen aan de eisen van het dagelijks leven. De drijfveren van nomofobie zijn over het algemeen de angst voor eenzaamheid en innerlijke leegte of de behoefte aan aandacht.

Nomofoob gedrag

Typisch gedrag geassocieerd met nomofobie zijn:

  • Ontwenningsverschijnselen, zoals nervositeit, angst en depressieve stemming, wanneer onthouding ongewenst is
  • Drang en hebzucht naar de smartphone
  • Spanning en angst als de mobiele telefoon is uitgeschakeld.
  • Zweten, beven, hartkloppingen, angst en paniek indien niet beschikbaar
  • Gevoel van "naaktheid" als de mobiele telefoon thuis werd gelaten.

Een verslaving aan de smartphone en constante bereikbaarheid is wanneer het uittrekken van de mobiele telefoon niet meer te controleren is. Vaak gaat dit gedrag gepaard met een internet verslaving​ Via internet kan naast het onderhouden van sociale contacten namelijk op elk moment een vraag of een probleem worden opgelost. Nomohobics proberen de situatie van communicatieverlies te voorkomen door de volgende punten:

  • Elke seconde schakelt de smartphone nooit uit.
  • De smartphone wordt altijd dicht bij hem gedragen, om hem niet kwijt te raken.
  • Veel nomofoben hebben ter vervanging een tweede mobiele telefoon.

Wanneer treedt nomofobie op?

De angst om niet te kunnen deelnemen aan de uitwisseling van informatie neemt toe naarmate het beltegoed laag is of de levensduur van de batterij afneemt. Maar het kan ook worden veroorzaakt door een gebrek aan draadloze of internetconnectiviteit. Vooral in deze situaties raken nomofoben in paniek over onbereikbaar zijn en leggen daarom de smartphone bijna nooit neer. Vooral als er problemen zijn met de draadloze of internetverbinding, kijken nomofoben bijna continu naar hun mobiele telefoons om onmiddellijk een opnieuw optredende draadloze verbinding te herkennen. De paniek van een nomofoob wordt vooral erg wanneer de smartphone verloren gaat. In dit geval treedt de gevreesde situatie van absoluut communicatieverlies op, waaraan de getroffen persoon permanent probeert te ontsnappen. In bijzonder slechte gevallen kan zelfs de gedachte onbereikbaar te zijn via de smartphone een golf van angst bij nomofobie veroorzaken.

Wat helpt bij het bestrijden van smartphoneverslaving?

Psychologen vertrouwden bij fobieën vaak op confrontaties met de gevreesde situatie. Het is daarom aan te raden om de ontoegankelijkheid onder ogen te zien en elke dag op vaste tijden de mobiele telefoon uit te schakelen om de enorme hunkering naar de smartphone tegen te gaan. Op deze manier kunnen patiënten leren dat leven zonder smartphone heel goed mogelijk is. Bovendien kan het helpen om de smartphone op te bergen en op stil te zetten. Vooral tijdens het eten of op kantoor mag de mobiele telefoon niet op tafel worden geplaatst. Met deze trucs kunnen constante blikken op het apparaat worden vermeden en kan de spanning die door de mobiele telefoon wordt veroorzaakt na verloop van tijd ook afnemen. Inmiddels zijn er verslavingsvoorzieningen die gespecialiseerd zijn in de behandeling van internet verslaving en bieden ook therapie voor nomofobie. Daar worden bijvoorbeeld gedragspatronen aangeleerd die het kijken naar de smartphone vervangen.