Nazorg van de rotatormanchet

Algemene informatie

A rotator manchet traan kan vele oorzaken hebben. In de meeste gevallen leiden traumatische aandoeningen in degeneratief voorgespannen spieren tot ernstige pijn en verminderde beweging in het gebied van de aangedane schouder en arm na een scheur of breuk. In de regel is de diagnose van a rotator manchet scheur moet worden gevolgd door chirurgische therapie, die het verbinden en hechten van de gescheurde spier eindigt.

Tegenwoordig wordt de operatie meestal artroscopisch uitgevoerd, dwz met twee kleine huidincisies boven de schoudergewricht, en duurt niet lang. Vooral in het schoudergebied is er altijd een risico op blijvende bewegingsstoornissen of zelfs verstijving bij dergelijke ziekten als het gewricht te lang voor of na de operatie geïmmobiliseerd wordt. Om deze reden moet speciale aandacht worden besteed aan een consistente en regelmatige vervolgbehandeling.

Vervolgbehandeling met medicatie

Tijdens het genezingsproces pijn en ongemak kan keer op keer voorkomen, vooral tijdens beweging. Omdat het gebeurt dat de patiënt een verlichtende houding aanneemt en de overeenkomstige oefeningen niet consistent, voldoende uitvoert pijn behandeling moet worden verzekerd. Medicamenteuze behandeling wordt meestal uitgevoerd met ontstekingsremmende en pijnstillende medicatie.

Hier drugs zoals ibuprofen 600 mg 3 keer per dag of 800 mg 3 keer per dag, evenals diclofenac 75 mg 's morgens en' s avonds worden gebruikt. Bij ernstigere pijn behandeling met Tramal 100 mg kan ook worden geprobeerd. Naast medicamenteuze pijnbehandeling kan het ook nuttig zijn om de pijn bij verkoudheid te verminderen. Hier moeten ijspakken op de aangedane schouder worden geplaatst en dit moet 2-3 keer per dag worden herhaald.

Fysiotherapeutische nazorg

Een van de meest doorslaggevende vervolgbehandelingen is de daaropvolgende fysiotherapie. Het is bedoeld om ervoor te zorgen dat de weer verbonden spieren weer volledig functioneel zijn en de bijbehorende taken volledig kunnen overnemen. Vers traumatisch rotator manchet breuken moeten de eerste zes weken worden geïmmobiliseerd.

De geïmmobiliseerde breuken moeten vanaf de eerste dag passief worden geoefend, dwz de patiënt mag geen actieve of stressvolle bewegingen maken (geen gewichtheffen of iets dergelijks). Bij fysiotherapie wordt dit ook wel zegen genoemd en de arm uit het verband zwaaien. De therapeut voert de bewegingen zelf uit aan de arm van de patiënt, terwijl de patiënt de armspieren laat ontspannen.

Na de zes weken van de stresspauze mag de arm dan actief door de patiënt worden bewogen. Terwijl passieve fysiotherapeutische oefeningen primair bedoeld zijn om verstijving van het gewricht te voorkomen, is de daaropvolgende actieve opbouw vooral gericht op het trainen van de spieren van de rotatormanchet. Dit is vooral belangrijk omdat enerzijds de spieren na de operatie nog steeds geïrriteerd zijn en anderzijds omdat de spieren na zes weken behandeling steeds meer verslechteren. ontspanning en atrofisch zijn geworden.

Om deze reden moet speciale aandacht worden besteed aan de gerichte reconstructie van de spieren. Hiervoor worden de zogenaamde agonisten, dwz de spieren die dezelfde beweging uitvoeren als de spieren van de rotatormanchet, eerst getraind om de rotatormanchetspieren te ondersteunen. Dit doe je door te oefenen met een lichte band.

De band moet dan zo worden vastgehouden dat het enige inspanning kost voordat de spieren tegen de weerstand in bewegen. Waar de spier een geschikt krachtpunt moet overwinnen om sterker te zijn dan de weerstand, vindt spieropbouw plaats. Na de lichte weerstand van de band worden eerst lichte dumbbells van 1.5 kg gebruikt, later 3 kg.

Hoe hoger de weerstand die de spier creëert, hoe meer hij wordt getraind en hoe meer hij de spieren van de rotatormanchet kan ondersteunen. Nadat de agonisten dienovereenkomstig zijn getraind, worden de zogenaamde antagonisten gebruikt. Dit zijn spieren die de tegenovergestelde beweging in het lichaam uitvoeren.

Pas als beide spiergroepen gelijk zijn getraind en er geen onbalans is, kan de gebruikelijke beweging met dezelfde kracht en worden uitgevoerd uithoudingsvermogen. De zogenoemde excentrieke training dan volgt de haltertraining. Dit houdt meer intensief in stretching en ondersteunende oefeningen. De meest actieve bewegingsperiode moet zijn vanaf de 25e week na de operatie; het kan uiteindelijk worden uitgevoerd zolang er nog bewegingsstoornissen zijn.

Peesgewijs is het beter om wat langer te oefenen. De training moet dagelijks kort na de operatie plaatsvinden, maar kan daarna elke tweede of derde dag plaatsvinden. De fysiotherapeutische nazorg valt onder de wettelijke dekking volksgezondheid verzekering.