Kuitbeen: functie, anatomie en ziekten

Wat is de fibula?

Wat is de functie van de fibula?

Het scheenbeen draagt ​​het grootste deel van het gewicht in het onderbeen. Het kuitbeen neemt slechts een klein deel van de belasting op zich, maar is toch onvervangbaar: het dunne bot stabiliseert het onderbeen en vormt aan het onderste uiteinde samen met het scheenbeen en de talus het bovenste enkelgewricht. Bovendien ondersteunt het kuitbeen de demping tijdens het springen en dient het als bevestigingspunt voor de sterke kuitbeenspieren, pezen en ligamenten.

De fibula zit naast het scheenbeen aan de buitenkant van het onderbeen. Het dunne bot is op in totaal drie punten met het scheenbeen verbonden: Aan het bovenste uiteinde bevindt zich een scheenbeen-kuitgewricht (articulatio tibiofibularis), dat door gespannen ligamenten nauwelijks beweegbaar is en dat de kop van het kuitbeen vastzet aan het scheenbeen.

In het schachtgebied zijn het scheenbeen en het kuitbeen nauw met elkaar verbonden door een sterk interossaal membraan, de membranen interossea. Dit syndesmosisligament, dat bestaat uit bindweefsel, stabiliseert het onderbeen- en enkelgewricht.

Talrijke spieren, pezen en ligamenten hechten zich aan de fibula of de fibulaire kop. Deze omvatten de lange kuitbeenspier (Musculus peronaeus longus) en een deel van de dijspier (Musculus biceps femoris).

Klachten op het gebied van het kuitbeen kunnen verschillende oorzaken hebben. Vaak is het niet het bot zelf dat de oorzaak is, maar komt het ongemak voort uit aangrenzende structuren zoals spieren, pezen en ligamenten.

Ernstige pijn is meestal te wijten aan een breuk. Afhankelijk van de locatie van de fibulafractuur is het:

  • kuitbeenkopfractuur of a
  • Fibuleuze schachtfractuur.

Af en toe vormen zich goedaardige of kwaadaardige tumoren op de fibula. Ze kunnen op de zenuwen drukken en tot verlamming leiden. Deze omvatten:

  • goedaardige neoplasmata: ganglion (oppervlakkig bot, ganglion spinner), enchondroom (kraakbeentumor)
  • Kwaadaardige botlaesies: osteosarcoom, Ewing-sarcoom

In zeldzame gevallen worden kinderen geboren met een misvorming van de fibula. Voorbeelden zijn:

  • Fibulaplasie: de fibula ontbreekt.
  • Fibula-hypoplasie: De fibula is niet volledig ontwikkeld.