Kruis Spike

Wegedoorn komt oorspronkelijk uit Europa, Noord-Afrika, Pakistan, India en Indonesië. Het medicijnmateriaal wordt geïmporteerd uit wilde collecties in Rusland. Medicinaal worden de rijpe, gedroogde duindoornbessen (Rhamni cathartici fructus) gebruikt.

Wegedoorn: bijzondere kenmerken

Wegedoorn is een struik tot 3 m hoog, met tegenoverliggende, fijn gekartelde bladeren en doornige takken. In de bladoksels staan ​​in tuilen de kleine, onopvallende, geelgroene bloemetjes.

Verder heeft de plant steenvruchten van ongeveer 6 mm groot, glanzend zwart als ze rijp zijn. Aan de bovenkant van de vrucht zijn twee elkaar kruisende groeven te zien, waarvan de Duitse naam van de plant is afgeleid.

Wegedoornbessen als medicijn

Wegedoornbessen zijn ongeveer zo groot als erwten, glanzend zwart en bolvormig, of in de gedroogde vorm, enigszins verschrompeld en het oppervlak verzonken. Vaak hangen de vruchten nog aan de dunne en licht gebogen vruchtstengel.

Binnenin de bessen bevinden zich vier compartimenten met elk een hard zaadje.

Het medicijn verspreidt geen bijzonder karakteristieke geur. De smaak van wegedoornbessen is in het begin zoetig en wordt dan bitter en licht scherp.