Kan men hyposensibiliseren tegen huisstofmijt? | Hyposensibilisatie

Kan men hyposensibiliseren tegen huisstofmijt?

Hyposensibilisatie of specifieke immunotherapie kan ook worden toegepast bij uitgesproken stofvorming mijt allergie. De therapie duurt meestal 3 jaar en geeft de grootste kans op succes bij kinderen vanaf het 6e levensjaar, alleen kortstondige allergie tegen huisstofmijt of anders weinig tot geen meer bestaande allergieën. Naast toediening van injectiespuiten met specifieke allergenen kunnen bij huisstof ook allergeenpreparaten in druppelvorm worden ingenomen mijt allergie. Vooral voor kinderen of gevoelige patiënten is deze procedure een aantrekkelijk alternatief.

Is het mogelijk om tijdens de zwangerschap te hyposensibiliseren?

Tot op heden zijn er geen aanwijzingen voor een schadelijk effect van hyposensibilisatie gedurende zwangerschap. Artsen gaan ervan uit dat behandeling met allergenen, in tegenstelling tot medicatie, geen enkel gevaar oplevert voor het pasgeboren kind. Een specifieke immunotherapie kan echter gepaard gaan met bijwerkingen zoals een ernstige allergische reactie. Voor de veiligheid van moeder en kind bevelen deskundigen daarom de volgende procedure aan: Als de therapie al is gestart “vóór de zwangerschap”En er zijn geen bijwerkingen opgetreden, kan de therapie worden voortgezet. De dosis van het allergeen mag echter niet verder worden verhoogd hyposensibilisatie was nog niet eerder uitgevoerd zwangerschap, moet het worden uitgesteld tot na de zwangerschap om te beschermen tegen bijwerkingen zoals ernstig allergische reactie van de moeder.

Kan dit ook met dieren worden gedaan?

Hyposensibilisatie is ook mogelijk bij dieren, vooral honden en katten. Net als bij mensen worden specifieke allergenen geïnjecteerd. De allergenen zijn meestal eiwitten, die componenten zijn van stoffen of materialen waarop het dier allergisch reageert.

Ze worden in gemodificeerde vorm aan het dier toegediend voor hyposensibilisatie. Dit gebeurt meestal met regelmatige tussenpozen bij de dierenarts of wordt deels ook door de eigenaren zelf uitgevoerd (volgens instructie van de dierenarts). De kans op succes voor een verbetering van de allergie is ongeveer 50-60%. In 30% van deze gevallen wordt een remissie waargenomen, dat wil zeggen dat er geen allergische klachten meer optreden.