Is strabismus normaal bij baby's? | Scheel

Is strabismus normaal bij baby's?

Strabismus is een afwijking van één oog van de normale kijkrichting terwijl het andere oog recht vooruit kijkt. Een object wordt daarom maar met één oog gefixeerd. De getroffenen hebben één zwak en één beter oog.

In de regel wordt het beter ziende oog gebruikt voor fixatie. Strabismus kan vanuit verschillende perspectieven worden bekeken: richting van strabismus, optreden van strabismus (vroeg of laat in het leven) en de oorzaak van strabismus. Er zijn bijvoorbeeld: Als oorzaken komen verschillende triggers in twijfel.

In de meeste gevallen kan er echter geen trigger worden geïdentificeerd. Onder de klachten zijn vermoeidheid, hoofdpijn en dubbel zien. Een belangrijk gevolg van scheelzien dat in een vroeg stadium moet worden behandeld, is een zwak gezichtsvermogen.

De diagnose wordt gesteld door middel van open en verborgen tests. Tijdens de therapie moet eerst worden verduidelijkt of verziendheid aanwezig is, wat vervolgens kan worden gecorrigeerd met behulp van bril. Om het zwakkere oog te trainen, is het betere bedekt met een gips.

Strabismuschirurgie is ook beschikbaar als behandelingsmaatregel. Strabismus moet zo vroeg mogelijk worden behandeld om de zwakte van het gezichtsvermogen te voorkomen. Dit is een permanente schade. Strabismus zelf kan niet worden voorkomen.

  • Interne en externe strabismus
  • Scheelzien in de vroege kinderjaren en
  • Laat scheelzien.

De Basis

Strabismus kan worden beoordeeld en geclassificeerd op basis van verschillende punten van kritiek: manifest strabismus Bij strabismus wordt altijd één oog het leidende oog genoemd, namelijk het oog dat een object fixeert. Als men dit nu afdekt, past het andere oog zich aan het object aan en fixeert het nu. Dit wordt manifest scheelzien genoemd.

Bovendien kan manifest scheelzien worden onderverdeeld in externe en interne strabismus. Als het onbedekte oog van buitenaf wordt aangepast (het oog beweegt van de slaap naar de neus-), dit wordt extern strabismus genoemd. Als het oog zich in omgekeerde volgorde aanpast (van binnen naar buiten), wordt dit intern scheelzien genoemd.

Bij manifest strabismus kunnen de ogen ook in hoogte verschillen. Ook hier kunnen aanpassingsbewegingen van het onbedekte oog worden waargenomen. latent strabismus Een latent strabismus is wanneer het onbedekte oog geen enkele aanpassingsbeweging maakt.

Het onbedekte oog maakt echter een aanpassingsbeweging. Gelijktijdig scheelzien Compromiserend scheelzien wordt ook wel gelijktijdige strabismus genoemd. De scheel hoek tussen de twee ogen blijft altijd hetzelfde.

Het loensende oog volgt als het ware het gezonde, fixerende oog. Een typisch voorbeeld is intern scheelzien in het begin jeugd. Incomitant strabismus In tegenstelling tot concomitant strabismus is de scheel hoek is niet constant.

De hoek is verschillend in verschillende kijkrichtingen. Een voorbeeld hiervan is verlamming van één oogspier.

  • Volgens de richting van de afwijking
  • Volgens de oorzaak van strabismus
  • Volgens het tijdstip van optreden (vroeg of laat verworven scheelzien)